Toerisme in bedenkelijke metaforen

Gelezen in Het Parool van 6 oktober 2018:

Gerelateerde afbeelding

Bron: monumenten, Maps Amsterdam

In ‘Zet stop op de hele regio’ schetste journalist Michiel Couzy in Het Parool recentelijk de laatste ontwikkelingen in de felle discussie rond de spreiding van het toerisme in en rond Amsterdam. Diverse beleidsmakers komen aan het woord, met een hoofdrol voor toeristenkenner Stephen Hodes. Ik las het artikel met grote tegenzin. Waarom tegenzin? Wie het woord ‘toerist’ vervangt door ‘gans’, ‘parkiet’ of ‘rat’ zou niet raar opkijken. In de wijze waarop in het artikel over toeristen wordt gesproken, lijkt het alsof we het over een plaag, een ziekte, een uitbraak van nauwelijks te bestrijden ongedierte hebben. Zonder dat de auteur of de geïnterviewden het in de gaten hebben worden toeristen ontmenselijkt: ze moeten verdreven worden, maar ze laten zich niet verdrijven. Hodes maakt het helemaal bont: als je ze spreidt, stelt hij, dan komen er andere toeristen voor in de plaats. Het kwaad wordt dan alleen maar erger. Niet doen dus. Maar hoe moet je ze dan bestrijden? Lees het slot: “Spreiding is niet alleen bedoeld als wapen tegen overlast. Het (wapen) kan ook worden ingezet om te voorkomen dat te veel mensen tegelijkertijd op dezelfde plek verblijven.” Wapens inzetten? Woorden vormen ons gedrag. Gaan we schieten? Ik schrok er werkelijk van.

Volgende week spreek ik gemeentelijk ombudsman Arre Zuurmond in zijn tijdelijke woning op de Amsterdamse Wallen. Onderwerp: toerisme. Zuurmond bivakkeert al weken in de Sint Olofspoort en schrijft en twittert over zijn nachtelijke belevenissen. Ik bewonder zijn manier van werken en deel zijn zorgen. Hij eist meer handhaving. We moeten het erover hebben. Maar de binnenstad is geen ‘jungle’. Handhaving is humaan, spreiden niet. Lees ook Hodes in het blad van de Amsterdamse binnenstad (Binnenstad 277, zomer 2016): “Toeristen zijn als jagers die je ook alleen maar ziet waar prooi is. Anders gezegd, ze zijn als mieren die op een suikerklontje afkomen.” Jagers, prooi, mieren, allemaal verwerpelijke metaforen. Wie is trouwens hier de jager? Is dat niet Hodes zelf? In datzelfde interview bestrijdt Hodes mijn suggestie om Amsterdam in omvang te verdubbelen. Zoiets vindt hij ‘volkomen irreëel.” Nee, liever spreekt hij over Amsterdamse ‘creeping paralysis’: “stukje bij beetje raak je verder verlamd.” Ik weiger met Hodes en beleidsmakers over toerisme in termen van ‘spreiden’, ‘verjagen’, ‘prooi’, ‘verlamming’, ‘wapens’, ‘toeristenstop’ te spreken. Laten we met het zuiveren van onze taal beginnen. Amsterdam is gewoon heel erg mooi. Maar de stad is geen suikerklontje.


Posted

in

by

Comments

2 responses to “Toerisme in bedenkelijke metaforen”

  1. Jurgen Hillaert Avatar

    Feit blijft dat toeristen Amsterdam centrum zullen blijven willen bezoeken. Als je als buitenlandse toerist voor het eerst Nederland bezoekt wil je Amsterdam meepakken. Als je ze elders onderbrengt komen ze alsnog voor dagbezoek naar Amsterdam. Bovenop de nieuwe toeristen die de daarmee vrijgekomen bedden zijn gaan bezetten. Spreiding werkt écht niet.

  2. Paul Kurstjens Avatar

    Misschien toch even mijn artikel in de NRC lezen Zef, zie: https://www.nrc.nl/nieuws/2018/09/07/spreid-toeristen-met-nieuwe-metrolijn-a1615402#/handelsblad/2018/09/08/%23608
    of op mijn website onder publicaties

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *