Paradoxale politiek

Gelezen in ‘Istanbul. Living in Voluntary and Involuntary Exclusion’ (2010):

Opnieuw afgereisd naar Istanbul. Ditmaal om te spreken op uitnodiging van het Urban Investment Network van de Urban Land Institute (ULI). De bijeenkomst ging over “Resilient Cities. Surviving in a Brave New World’. Ik sprak over stedelijke diversiteit en het belang van de menselijke maat. Alleen zo ontwikkel je naar mijn mening veerkrachtige steden. De dag na het congres werden we meegenomen door Hakam, assistent van Mr. Haluk Sur, Board Member van Toki, het Turkse staatsbedrijf dat op een immense schaal woningen, stadions en moskeeën bouwt. We reden naar Toki-projecten in het oosten en westen van Istanbul, respectievelijk Kadikoy en Kücükcekmece. We zagen het immense complex van Uphill Court, net opgeleverd. Een typisch voorbeeld van een gated community, nu van grote woontorens, shopping malls, sportvoorzieningen bovenop de heuvels in het Aziatische deel van de Turkse metropool. Het uitzicht was indrukwekkend. We keken naar beneden en zagen braakliggend land. Hakam vertelde dat daar het financiële centrum van Istanbul zal verrijzen. Even later spoedden we ons naar het verre westen. Ook hier alleen maar torens. Hakam vond het maar niks. We dronken koffie in een spiksplinternieuw shoppingcenter. Overal om ons heen parkeerterreinen en auto’s. Nergens openbaar vervoer. We ontmoetten de nieuwe Turkse middenklasse. Hakam vertelde dat hij met zijn vriendin op een eilandje voor de kust woonde. Daar waren geen auto’s. Zelf zou hij nooit in zo’n toren achter hekwerk willen wonen. Hij kwam van Cyprus, vandaar.

Mijn reis bleek het spiegelbeeld van de reis die ik eerder, in mei, naar Istanbul maakte. Toen werkte ik in de Gecekondus – de sloppenwijken, nu bezocht ik de middenklassewijken die in de plaats treden van de slums. In ‘Istanbul. Living in Voluntary and Involuntary Exclusion’, een uitgave van de IABR en het Prins Clausfonds, lees ik een artikel van Tuna Kuyucu over Toki en hoe de regerende AKP dit staatsbedrijf, dat geacht wordt sociale woningen te bouwen, vanaf 2002 geheel op neoliberale leest heeft geschoeid. Aanleiding was de economische crisis van 2001 die de Turkse economie zwaar trof en die Toki op de rand van het faillissement bracht. Sindsdien kan Toki de grond die in handen is van de staat (onder islamitisch recht is alle grond staatseigendom) gewoon doorverkopen aan ontwikkelaars en mag ze ook zelf koopwoningen bouwen en ontwikkelen. Tussen 2002 en 2008 is op die manier 66 miljoen vierkante meter staatsgrond zonder kosten overgedragen aan Toki. Ze verkocht deze grond door of ontwikkelde zelf, meest duurdere appartementen. “A considerable portion of the apartments are for-profit units, sold in the market to wealthy consumers. In Istanbul alone, a total of 71.126 apartment units have been constructed, more than half of which are ‘for profit’ units. The MHA also undertakes mega-projects that are not related to housing.” Kuyucu noemt het een paradoxale politiek die volstrekt is doorgeschoten. Tot op zekere hoogte is die politiek trouwens vergelijkbaar met onze eigen bruteringsoperatie, de neoliberale politiek van midden jaren negentig die de woningbouwcorporaties veel vrijheid gaf en het verdienvermogen van deze overheidsgerelateerde instellingen aanzienlijk vergrootte. “The MHA is using public authority and public resources not to provide afforable housing to the lower classes, but to open up profitable investment areas either of the state or for certain private developers.” Het probleem van de sloppenwijken, aldus Kuyucu, wordt er door verergerd, de tegenstellingen tussen rijk en arm vergroot. Bovendien ontstaat er een immense metropool van torens, shopping malls en gated communities, uitsluitend op de auto gericht. How resilient is this?


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *