Gelezen in ‘IJsselmeergebied’ (2018) van Frits Palmboom:
De afgelopen drie jaar (2013-2016) bezette landschapsarchitect Frits Palmboom (1951) de Van Eesteren-leerstoel aan de Technische Universiteit Delft. Over zijn onderzoekswerk publiceerde hij onlangs een fraai boek. In ‘IJsselmeergebied. Een ruimtelijk perspectief’’ lezen we over tijdlijn, kustlijn, watervlak, achterland, schakelpunten en compositieprincipes. Zijn tekst is er een van instructies, aanwijzingen, regels en principes voor het ontwerpen van het landschap. Voor Palmboom is het IJsselmeergebied feitelijk één grote compositie, met het water als dynamisch element. “Het water van de delta, met zijn vaak heftige en onvoorspelbare dynamiek, vertegenwoordigt ‘het sublieme’ in het zo geordende alledaagse Hollandse landschap.” Zijn vele tekeningen zijn helder en ronduit schitterend en willen die compositieleer vooral illustreren. Ook de landschapsfotografie van Theo Baart is opzettelijk fraai, alsof de fotograaf het sublieme heeft proberen te vatten. Bij het doorlezen bekroop me zelfs het gevoel dat ik eerder met ‘land art’ te maken had, dan met complexe ruimtelijke inrichting. En misschien is dat ook wel zo. Palmboom is in de eerste plaats kunstenaar, een echte estheet.
Metropolitanisering is een van de twee grote tendensen die volgens Palmboom spelen in het gebied. De andere is ecologisering. Aan de basis van metropoolvorming liggen herwaardering en intensivering van de grote steden, maar Palmboom ziet ook in de omgeving ‘sluipenderwijs’ verandering optreden, met krimp in de periferie. Er moet, vindt hij, worden geïnvesteerd in het leefklimaat op regionale schaal. “Kan de krimpende periferie op eigen kracht overleven of ook profiteren van de tendens tot metropolitanisering?” Hier en ook later verwijst hij naar San Francisco. Rond de baai is daar het Bay Trail Project waarin negen regiobesturen en 41 steden (!) samenwerken en dat de oevers ‘over de volle lengte’ toegankelijk maakt. Zo’n platform is ook rond het IJsselmeer nodig. Helemaal achterin het boek schrijft hij: “Er is een sterke neiging om binnen complexe planprocessen de ideevorming over ruimtelijke kwaliteit uit te stellen (of over te slaan) en voorrang te geven aan het debat over functies, doelstellingen en belangen.” Alsof men zijn compositieleer niet aanvaardt. In het voorwoord wordt zijn zorg ook niet geadresseerd. Het resultaat mag er zijn, schrijft de Regeringscommissaris voor het Deltaprogramma Wim Kuijken, het werk van Palmboom is een ‘belangrijke bouwsteen voor Agenda IJsselmeergebied 2050.” Dat lijkt op uitstellen, alsof eer functies, doelstellingen en belangen moeten worden afgewogen. Zijn werk, vastgelegd in een fraai boek, vraagt juist nu om een serieuze en betrokken opdrachtgever.
Geef een reactie