Pluraliteit

Gelezen in NRC Handelblad van 16 april 2007:

De zomervakantie werd weer lezend doorgebracht. Wat zoal? In de nonfictie waren dat in ieder geval de biografie van Hannah Ahrend, geschreven door Elisabeth Yong-Bruehl, en Contingency, irony and solidarity (1989) van de onlangs overleden Amerikaanse filosoof Richard Rorty. Opvallend was de terugkeer in beide boeken van het begrip ‘pluraliteit’, het belang ervan, steeds innig verbonden met het begrip ‘democratie’. Ik vond het indrukwekkend. Over het belang van pluraliteit lees je in het huidige tijdsgewricht echter nauwelijks meer iets.

Tot ik in m’n knipselverzameling stuitte op een krantenartikel van de hand van de Tilburgse bestuurskundige Paul Frissen over het verstikkende gelijkheidsdenken in Nederland en over ongelijkheid als de basis van democratische waarden. Een zeldzaam helder en verontrustend relaas, verschenen kort nadat het kabinet Balkenende IV was geformeerd. Volgens Frissen heeft in het huidige kabinet het christelijke gemeenschapsdenken en het socialistische gelijkheidsdenken een ongemeen krachtige impuls gegeven aan het nivelleringsdenken. De nadruk op ‘samen’ illustreert dat. Achter dat nivelleringsdenken zit volgens hem weinig fraais. "Het is vooral afgunst die ten grondslag ligt aan onze solidariteit." Het resultaat: meer regels, meer controle, ziedaar de verdere opmars van de uniformerende norm van de bureaucratie. "De staat bedenkt wat gezondheid is, wat goed opvoeden is, wat een rechtvaardige gemeenschap is. (…) Normalisering en disciplinering gaan hand in hand. En altijd vanuit de beste bedoelingen." Hoe democratisch is dit eigenlijk? Frissen stelt die vraag alleen impliciet. Zoals in de volgende zinsnede: "Hoe intensief zal de staat achter de voordeur moeten interveniëren om van ‘probleemwijken’ ‘prachtwijken’ te maken?" Even verderop spreekt hij zelfs van de ‘totalitaire verleiding van gelijkheid, uniformiteit en normaliteit’ en de noodzaak van een ‘krachtige burger’. Dat lijkt allemaal rechtstreeks uit het gedachtegoed van Hannah Ahrend voort te komen. Het woord ‘pluraliteit’ gebruikt hij niet, wel ‘verschil’ en ‘ongelijkheid’. En dan de mooiste zin, die feilloos aansluit bij het werk van Rorty: "Waarom erkennen we niet dat verschil en ongelijkheid niet alleen onvermijdelijk zijn, maar ook mooi en aangenaam?"

En laat ik daaraan toevoegen: hoe kunnen we in dit land ooit een echte metropool bouwen als we elk dorp en elk stadje, elke regio en provincie gelijk blijven behandelen?


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *