Gehoord in Parijs op 20 mei 2011:
In 2010 stond zo’n 14 procent van de kantoren leeg in Nederland. In Amsterdam is de leegstand nog groter: zo’n 17 procent. In Rotterdam wordt bijna 13 procent voor verhuur aangeboden en staat nog eens 10 procent van de 3,5 miljoen vierkante meter daadwerkelijk leeg. In Parijs is de leegstand slechts 5,3 procent. Voor een goede doorstroming is dit een gezonde situatie. Back offices verlaten Parijs, om plaats te maken voor internationale headquarters. De Nederlandse leegstandscijfers, nu al jaren bestendig, zijn allerminst normaal. Waarom heeft Parijs geen problemen en Amsterdam wel? Doorgaans wordt de extreme leegstand aan een paar omstandigheden toegeschreven: de kantorenmarkt ruimt zijn oude troep niet op, er zijn teveel laagwaardige snelweglocaties, Het Nieuwe Werken leidt tot minder vraag naar kantoorvloeroppervlak per medewerker. Stuk voor stuk plausibele verklaringen. Echter, diezelfde omstandigheden gelden ook voor de Franse hoofdstad. Die heeft echter nergens last van. Dus wat is er ècht aan de hand?
Parijs is een aantrekkelijke metropool die veel hoofdkantoren aantrekt. Van binnenlandse concurrentie heeft ze nauwelijks te duchten. Rond de Franse hoofdstad strekt zich het uitgestrekte platteland uit; steden van vergelijkbare statuur en omvang zoekt men er tevergeeft. Franse steden liggen honderden kilometers verderop: Lyon, Grenoble, Bordeaux, Toulouse, Lille, Metz, Strassbourg en Nancy. Binnen Parijs zijn de prijzen voor kantoorvloeroppervlak voor iedereen helder: bij La Défense en binnen de Périphérique zijn ze het hoogste, daarna dalen ze snel. In Nederland is de situatie heel anders: zeker, op de Zuidas en op Schiphol (sic!) zijn de prijzen het hoogste, maar daarna ontstaat grote verwarring: overal in het land worden kantoren in elke prijsklasse in ruime mate aangeboden, elke stad heeft wel een ‘gunstige locatie’ in de aanbieding. Rotterdam beweert met Central District hetzelfde te kunnen bieden als de Zuidas in Amsterdam; ondertussen bouwt ze vrolijk door aan kantoren op de Kop van Zuid. Steden onderscheiden zich amper en bieden allemaal hetzelfde. Niemand doseert, alles lijkt even slecht of goed. Het locatiebeleid is al jaren geleden afgeschaft omdat niemand zich eraan wilde houden. De Nederlandse kantorenmarkt lijdt aan een typisch Hollandse ziekte: kantoren zijn bij ons als poedersuiker over het land gestrooid. Dit land ontbeert een heldere ruimtelijke structuur. Gemeenten en beleggers zitten met de gebakken peren. Dat bedoel ik: poedersuiker met gebakken peren.
Geef een reactie