Gehoord in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam op 10 maart 2014:
Een idioot was in de antieke Griekse samenleving een burger die zich niet inliet met publieke waarden. Tegenwoordig lijken de meeste burgers wel ‘idioot’. In de programmering van De Nieuwe Wibaut, de gemeentelijke praktijkleergang voor opener manier van werken, sprak Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden. Kruiter betoogde dat de overheid de afgelopen decennia erg centralistisch en bureaucratisch is geworden en dat burgers daardoor van de publieke waarden zijn vervreemd. Vroeger was alles nog heel lokaal. Tegenwoordig zijn gemeenten groot. Ze behandelen burgers als ‘klanten’; dienstverlening staat bij hen voorop. Gemeenten zijn ook steeds efficiënter gaan werken en burgers zijn van de weeromstuit meer gaan eisen. ‘Ik wil dit en dat en ook nog snel’. Als reactie ging het bestuur onredelijke politieke wensen formuleren, die door niemand werden bestreden. Integendeel, de nadruk kwam nog meer op de uitvoering te liggen, effecten werden nauwgezet gemeten, instrumenten werden toegevoegd, de ambtenaren moesten gaan ‘toveren’. Daardoor ging het gevoel voor publieke waarden bij de burgers totaal verloren. En niemand die zich nog afvroeg: wat kunnen de burgers eigenlijk zelf?
Kruiter maakte een onderscheid tussen overheid, burgers en markt. De markt, zei hij, is goed in efficiency, de overheid in legitimiteit en de burgers in betrokkenheid. Alle drie de waarden moeten worden meegewogen. Duurzaamheid en veiligheid kunnen daar nog aan worden toegevoegd. “En iedereen,” voegde hij eraan toe, “moet er ook lol in hebben.” Echter, de gemeente is het verlengstuk – de uitvoeringsorganisatie – van de staat geworden, niet een ontwikkelorganisatie met een eigen observatievermogen. Eigenlijk zou de gemeente alles moeten terug slingeren naar boven, maar dat is lastig in een top-down gerichte organisatie die de gemeente is. En het gevaarlijkste van deze toestand is, aldus Kruiter, dat het alle macht aan zich trekkende Rijk de burger straks gaat zien als een verlengstuk van haarzelf, ten behoeve van het realiseren van haar eigen beleidsdoelstellingen, onder de dekmantel van de ‘participatiesamenleving’. Hij noemde dat ronduit gevaarlijk. Dat is, zei hij, het einde van de democratie.
Geef een reactie