Random knowledge

Gelezen in Volkskrant Magazine van 11 februari 2012:

Mooi interview in Volkskrant Magazine met voormalig persfotograaf Hans Aarsman, zoon van slager Aarsman aan de Hoofdweg in Amsterdam-West. Eerst scheikunde gestudeerd, later Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Kortstondig lesgegeven. Daarna reikte een vriend hem een camera aan. Toen was hij verkocht. Sindsdien fotografeert hij, of liever: hij leest, selecteert en interpreteert (‘ontrafelt’) tegenwoordig foto’s – er komen bij hem tienduizend foto’s per dag binnen – waarmee hij een collectie foto’s aanlegt, de Aarsman Collectie. Dat gaat als volgt: glamour en sport gooit hij er snel uit; dan houdt hij nog zo’n drie- tot vierduizend foto’s over; die ziet hij stuk voor stuk. “Op dat moment staan mijn hersenen in de selectiestand. Dan heb ik geen ruimte om te associëren. Daar moet echt tijd tussen zitten. Het liefst een nacht. De volgende ochtend loop ik in mijn hoofd het lijstje van vijf of zes kandidaten door. Half soezend komen bij mij de beste gedachten boven.” Om de selectie te kunnen maken leest hij veel, allemaal non-fictie. “Ik verzamel random knowledge. Wetenswaardigheden waarvan je nooit weet of ze ooit van pas zullen komen, maar die je intussen toch maar even meepikt.” Aarsman lijkt zo weggelopen uit een roman van Paul Auster, een typische grootstedelijke figuur – zelf noemt hij zich ‘fotodetective’ -, want zijn werk is niet in te delen, het is hooggespecialiseerd, om niet te zeggen zeer persoonlijk, uniek. Zo te leven kan alleen in een metropool.

Aarsman houdt van auto’s, maar zelf heeft hij er geen. Wel staat er een Daimler in zijn garage; die is van een vriend. “Hij rekende het ooit precies uit: als je de uren die je moet werken om een auto te bekostigen optelt bij de uren die je erin rijdt, ben je met de fiets altijd sneller.” Het is een mooie rekensom, maar wel goed gejat. Henry Thoreau rekende in ‘Walden’ (1854) zijn lezers ooit voor dat reizen te voet het snelste gaat, veel sneller dan met de trein. Van Concord naar Fitchburg bijvoorbeeld. “Veronderstel dat we willen proberen wie daar het eerst aankomt; de afstand is dertig kilometer en het kaartje kost negentig dollarcent, dat is bijna een dagloon. Wel, ik begin nu te voet en arriveer vóór de nacht want ik heb zulke afstanden wel een week achter elkaar afgelegd. U ondertussen zult eerst de reiskosten moeten verdienen, als u tenminste het geluk hebt nu werk te vinden, en u zult daar de volgende dag aankomen of op zijn best vanavond. In plaats van naar Fitchburg te reizen moet u hier het grootste deel van de dag werken. Op die manier zou ik, als de spoorlijn rond de aarde ging, u steeds voor blijven.” Zou Aarsman ‘Walden’ hebben gelezen? Het is non-fictie. En Auster? Da’s fictie, nee.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *