Gehoord in de Tolhuistuin op 28 oktober 2009:
Het was een praktische avond. Een echte doe-het-zelf-avond. Maar ook een revolutionaire avond. Arjan Klok, bedenker van de ‘Vrijstad Bijlmair’, ontving drie gasten en sprak met hen over wat niet minder dan als een revolutie in de Amsterdamse woningbouwgeschiedenis moet worden beschouwd: particulier opdrachtgeverschap op een ongekende schaal in Amsterdam Zuidoost. Kan het? Zo ja, hoe doen we het? Daarop kwam de agenda van de avond neer.
De avond begon vrij onschuldig met een relaas over wat er op Steigereiland is gebeurd. Steven Boland, bewoner, werd aan de tand gevoeld over zijn zelfbouwproject aldaar. Boland had zijn droom verwezenlijkt in de vorm van een zelfbouwhuis. Hoewel, droom. Zijn droom had hij uiteindelijk toch niet gerealiseerd. Want, gaf hij toe, na deze eerste prille ervaring zou hij het de volgende keer allemaal toch weer anders doen. Velen in zijn buurt waren dan ook weer een volgende woningbouwproject begonnen, om nu hun èchte droom te verwezenlijken. Overigens waren er ook buren die nooit in hun droomhuis hadden vertoefd, maar het direct, bij oplevering, alweer hebben doorverkocht, als speculatieobject.
Gedetailleerd beschreef Boland het ontwikkelproces, het leren kennen van de buren, het inzicht verwerven in hun plannen en ideeën, het anticiperen op wat de mensen in de omgeving wilden gaan doen, het opzetten van een website waarop de bewoners informatie uitwisselden, het slim ontduiken van gemeentelijke richtlijnen voorzover die er nog waren, het per se niet benaderen van de gemeentelijke instanties uit angst dat er nieuwe richtlijnen zouden komen, kortom, de gezamenlijke zoektocht naar vrijheid in een overgereguleerd woningbouwproces.
Wat een deceptie toen later de openbare ruimte door de gemeente werd ingericht! Er kwamen uniforme muurtjes die het private erf scheidden van de straat. De straat zag er ineens intens burgerlijk uit. Steigereiland veranderde hierdoor toch weer in een doorsnee VINEX-wijk. Weg pionieren, weg illusie van vrijheid.
Daarna begon het vragen stellen. Wilde Boland vooraf weten hoe hoog de buren zouden gaan bouwen? Kon de buurman ook negen etages neerzetten? Was dat een bezwaar? Klok wilde precies weten in hoeverre er nog ontwikkelaars of gemeentelijke instanties nodig waren vanuit het perspectief van de vrijheidszoekers-zelfbouwers. Boland had ze niet nodig, hij deed voorkomen alsof de perceelbezitters er zelf wel uit zouden kunnen komen, met hulp van hun architecten en aannemers; het regelde zichzelf.
Toen verbreedde de discussie zich naar de grotere schaal. Zou die vrijheid voor zelfbouwers ook kunnen op de enorme schaal van Amsterdam Zuidoost? Daarmee zou de agenda zich ook verbreden naar het werken en het ontspannen, het verkeer en de voorzieningen. Kun je een compleet stadsdeel met zelfbouw ontwikkelen, waardoor al deze zaken zichzelf spontaan realiseren? Geen gepland winkelcentrum, maar een winkelstraat die zichzelf vormt; geen bedrijventerrein, maar een mix van wonen en werken? Aanvankelijk leek het allemaal geen bezwaar, die spontane stad zou er komen! Totdat iemand in de zaal zich afvroeg wat er zou gebeuren als "een Iraniër ergens in het gebied een kerncentrale zou willen neerzetten." Gehoon was zijn deel, maar het gesprek draaide hierdoor wel in een andere richting, ook toen bewoners van het aanpalende dorp Duivendrecht aan het woord kwamen. Zij vonden de groeiende maquette van Klok te indifferent. In de nabijheid van Duivendrecht zou toch iets anders moeten komen dan "de kans op hoogbouw?" Er ontspon zich nu een gesprek over hoe de grachtengordel ooit was ontworpen en gedacht. Ook Cerdà’s Barcelona-grid bleek geraffineerder dan velen meenden en helemaal tot in detail vooraf doordacht. Stedenbouw als kunst, niet slechts als parcellering en vervolgens uitgifte van plots in totale vrijheid, maar als denkoefening vooraf, volledige doorgronding, en met beperkte middelen sturing geven aan het ontstaan van de Goede Stad. Het leek wel alsof we met z’n allen de stedenbouw aan het heruitvinden waren.
Iemand in de zaal stelde voor om door middel van het introduceren van iconen in Zuidoost sturing te geven aan het spontane proces. "De Belle van Zuylentoren zou in dit gebied uitstekend passen. Hij zou hier veel reacties uitlokken en het stadsdeel helpen vormgeven." Fer Felder, een andere gast van Klok, vertelde over Vrijburg met zijn rijke programma dat ook aan de buurtbewoners van Steigereiland ten goede was gekomen. Mooie private initiatieven die door een woningbouwcorporatie waren verwezenlijkt. De betekenis ervan werd door Boland beaamd. Jan Rutten, de derde gast, geloofde ook dat branding kon helpen het stadsdeel anders te positioneren. En Fer Felder wees op het erfpachtstelsel van de gemeente. In Zuidoost werd de grond in erfpacht uitgegeven, wat geweldig zou kunnen helpen bij zelfbouw, maar het stelsel was erop gericht om vooraf te bepalen wat er op de kavel precies zou gebeuren. Groei van het programma, daarop lette het niet. Boland onderstreepte dit. Het leidde ertoe, zei hij, dat iedereen het maximale programma op zijn kavel realiseerde, om zo de kosten eruit te halen. Ook vond Felder bestemmingsplannen een sta-in-de-weg. Liever zag hij een heel erg goed en juridisch gefundeerd structuurplan door de gemeente gemaakt, met heel veel vrijheid in de bestemmingsplannen.
Op het eind van de avond leken alle aanwezigen benieuwd of experimenten als deze ook in de toekomst in Amsterdam doorgang zouden vinden. Daarvoor keken ze toch weer naar de gemeente. Die moest het zeggen. "Volgt Amsterdam Adri Duivesteijn?", vroeg Klok uitdagend aan de curator. In de zaal was de stemming duidelijk. Liever zelfbouw in Amsterdam dan in Almere. "Als er ergens een gebied is wat zich leent voor een experiment als dit, dan is het Amstel I, II en III. We staan aan de vooravond van een discussie over het wonen in dit gebied, de kantoren staan leeg, het grid is er flexibel, de infrastructuur ligt er al, de grond is in handen van het Ontwikkelingsbedrijf," zei de curator. Daarmee eindigde de revolutionaire avond.
Geef een reactie