Gelezen in NRC Handelsblad van 24 januari 2008:
Het was een bescheiden berichtje. Het meldde dat Nederland bijzonder laag scoort op een milieu-index die onlangs is opgesteld door twee Amerikaanse universiteiten, Yale en Columbia. Ik zou zeggen: Nederland scoort extréém laag op die index, want het komt, samen met België, niet verder dan de onderste twee plaatsen (55 resp. 56) als het gaat om milieubeleid en milieukwaliteit in West-Europa. Beleid is er nog wel, maar de kwaliteit van het milieu in de Rijndelta is ronduit bedroevend: teveel uitstoot van zwaveldioxide, de biodiversiteit staat onder druk en het leefgebied voor flora en fauna wordt steeds kleiner. Het vreemde is dat landen die het economisch goed doen, ook hoog scoren op de ranglijst. Bovenaan staat Zwitserland, gevolgd door Zweden, Noordwegen en Finland. Nederland is daarop een grote uitzondering. Het doet het economisch goed, maar het hoort qua milieu bij de voormalige Oostbloklanden. Een schande.
Triest. En wij maar wijzen naar de Verenigde Staten. Laten we eerst eens orde op zaken gaan stellen in eigen land. Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoerbeleid en milieubeleid moeten hier radicaal anders. Laten we eens een voorbeeld nemen aan Zwitserland: even klein, even dichtbevolkt, maar consequent kiezend voor kwaliteit. Bij ons ligt het accent nog steevast op kwantiteit: meer vrachtwagens, meer containers, meer auto’s, meer asfalt, meer beton, meer bedrijventerreinen, meer glastuinbouw, meer start- en landingsbanen, meer eilanden in zee.
Geef een reactie