Stedenstrijd

gelezen in Cities in the International Marketplace (2002) van H.V. Savitch en Paul Kantor:

Al eerder schreef ik over de onzin van zogenaamde concurrentie tussen steden, over de stompzinnigheid van wat dan heet ‘stedenstrijd’. Wat ik hierover ook beweer, het lijkt niet te worden geloofd. Gelukkig lees ik in de omvattende studie van Savitch en Kantor over ‘The Political Economy of Urban Development in North America and Western Europe, dat die competitie tussen steden inderdaad allemaal onzin is. Zo staat er in de conclusie, op bladzijde 353, het volgende te lezen over wat er op dit moment aan de hand is: "In many ways globalization has changed the rules of urban political economy. Cities have begun to act as mini sovereignties (sic!), moving about to compete for the Olympic Games, court multinational corporations, or sell their products abroad." Steeds meer steden dingen kennelijk naar de kandidatuur van de Olympische Spelen. Het lijkt wel alsof ze dat van elkaar niet weten. Ook Amsterdam – pardon: Nederland – maakt zich op om zich kandidaat te stellen, voor de spelen van 2028. Dat wordt dringen!

Helemaal op het eind, in een voetnoot, schrijven de auteurs heel voorzichtig, alsof ze de steden niet voor het hoofd willen stoten: "Unlike nation states struggling for power on the international stage, city governments need not always compete at the expense of other cities. Urban communities do not seek to forge coalitions with other cities in order to deprive others of power over them. The international marketplace is so vast and the impact of any one city can have on the global system is so remote and indirect that it makes little sense to speak of a zero-sum competition even though some resources, especial capital, are finite.” Genuanceerder kan ik het niet zeggen. Duidelijker ook niet. Dus steden, relax!


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *