Steriele stad

Gelezen in Het Parool van 18 april 2008:

"Bestuurders moeten naar een stad kijken, zoals een ouder naar een kind: niet te veel opleggen of een bepaalde richting in duwen, maar juist inspelen op de talenten die het in zich heeft." Dat stelt Harry Starren, directeur van De Baak, het managementcentrum van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Hij maakt zich zorgen over Amsterdam. Juist daar komen de werelden van creatieve bedrijven en multinationals samen – een grote potentie, meent hij, want creatieve bedrijven hebben de toekomst nu het economische belang van grote bedrijven afneemt. In Amsterdam kunnen die grote bedrijven veel leren van creatieve ondernemers, terwijl de creatieve ondernemers het meer zakelijke organiseren kunnen leren van de grote bedrijven. Daarom heeft De Baak een vestiging geopend op de Zuidas. Maar het Amsterdamse gemeentebestuur, zegt hij, lijkt te veel "door te slaan naar een steriele stad, volledig volgebouwd, zonder rafelranden."

Een beetje gelijk heeft Starren wel. Het gevaar van steriliteit zit er zeker in, zelfs in Amsterdam. Daarom moeten we ook veel regionaler gaan opereren, grootstedelijker. In Haarlem, Zaanstad, Diemen en zelfs Almere zijn voldoende rafelranden. Die steden zouden veel meer ruimte moeten bieden voor experiment en Amsterdamse creatieve bedrijven moeten aantrekken. De boodschap van Starren lijkt me in de eerste plaats aan hen gericht, en aan de projectontwikkelaars, want die streven vanuit risicomijdend gedrag naar steriliteit. In Amsterdam moet het ondertussen allemaal nog veel dichter, compacter, grootstedelijker. Steriel zal het daardoor niet snel worden. Een steriele metropool bestaat niet.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *