Suspension trauma

On 18 juli 2010, in internationaal, by Zef Hemel

Gelezen in Dubai. The Story of the World’s Fastest City’ (2009) van Jim Krane:

Is er ooit een dode gevallen tijdens de bouw van de Noord-Zuidlijn? Of bij de bouw van de Zuidas? Niet dat ik weet. Jim Krane meldt in zijn boek over Dubai dat tijdens de bouw van de woenstijnmetropool aan de Perzische Golf alleen al in 2004 liefst 880 mensen om het leven zijn gekomen. De meesten vielen uit de in aanbouw zijnde torens naar beneden. Weliswaar hing zestig procent van hen in veiligheidskleding aan touwen, maar door de val en het lange hangen ondersteboven vanwege de late redding overleefden ze het niet. Suspension trauma heet dat. Zuurstofgebrek in het hoofd. Binnen een uur zijn ze dood. De meeste bouwvakkers in Dubai komen uit India, uit plattelandsdorpen waar ze geiten hoedden en rijst verbouwden, en betreden voor het eerst van hun leven bouwsteigers, in in aanbouw zijnde wolkenkrabbers. Een ander probleem waar de Indiase bouwvakkers in Dubai aan lijden zijn leveraandoeningen. In de hoogbouw zijn geen toiletten geplaatst. Voor een plas moeten de mannen helemaal naar beneden. Dat duurt te lang, dus drinken ze niet. In de hitte van Dubai is dat buitengewoon onverstandig.

Na tweehonderd bladzijden vrijwel uitsluitend loftuitingen aan het adres van de bedenkers van Dubai komt journalist Jim Krane eindelijk te spreken over de duistere kanten van de bouw van de krankzinnige stad in de Arabische woestijn. In ‘’Blowback: the downside’ beschrijft hij nauwgezet het treurige leven van de gastarbeiders in de kampen en hun gezinnen op grote afstand. Slavenarbeid is het, een ander woord bestaat er niet. Weet u waar het me aan doet denken? Aan de bouw van de piramides in Egypte zoals beschreven door de Albanese schrijver Ismail Kadaré. Laat ze zich maar opwinden over de Noord-Zuidlijn, die verwaten Amsterdammers. Zolang er geen dode valt en de buitenlandse bouwvakkers goed betaald worden is die bouwput helemaal brandschoon. Een toonbeeld van ordentelijke stedenbouw, verre te prefereren boven het bouwgeweld in de Arabische Emiraten.

Tagged with:
 

Accuraat

On 9 juni 2010, in economie, internationaal, by Zef Hemel

Gelezen in ‘’Dubai The Story of the World’s Fastest City’ (2009) van Jim Krane:

Hoe belandden al die media eigenlijk in Dubai? Waarom zitten alle grote persbureaus van de wereld sinds kort geconcentreerd aan de Perzische Golf? Jim Krane schrijft over de instelling van de International Media Production Zone in Dubai. Een mooi lesje in maakbaarheid. Na de oprichting van Internet City, een vrijzone voor internetbedrijven in Dubai, wilde sjeik Mohammed ook een vrijzone voor mediabedrijven. Hij startte Media City door onbeperkt visa te verlenen, geen restricties aan kapitaal te verbinden en geen belasting te heffen. Zo lok je bedrijven, inderdaad. Alleen, de productiebedrijven kwamen niet, eenvoudig omdat er geen productiefaciliteiten waren, zoals geluidsstudio’s. Wel kwamen de correspondentschappen van de kranten en televisiestations naar Dubai. Het Sunnitische Al Arabya vestigde er zelfs zijn hoofdkwartier. Geld speelde zeker een rol. Maar de belangrijkste reden om naar Dubai te komen was deze: “Journalists need to travel to war zones, and Dubai sits in the middle of most of them, with great flight connections. Afghanistan is a three-hour flight, Baghdad is two hours. Pakistan is three hours. Lebanon is three hours. There are direct flights to Sudan, Congo, even lawless Somalia (…)” Israel, de grootste smeulende brandhaard in de wereld, noemt Krane wijselijk niet. Vermoedelijk zijn er geen rechtstreekse vluchten van Dubai naar Tel Aviv, maar het kan ook zijn dat hieruit weer eens de zelfopgelegde censuur van Krane blijkt, die opmerkelijk mild en vriendelijk over de heersers over Dubai schrijft. Dat neemt niet weg dat Dubai succesvol is geweest in het aantrekken van mediabedrijven uit de hele wereld en dat haar ‘gunstige’ geografische ligging daarbij ten volle is uitgebuit. Een opmerkelijk staaltje strategisch opereren voor een arabisch land. “Sheikh Mohammed launched the zone with a speech telling reporters they were free to write and say what they wanted, but it had better be accurate.”

Echt maken kun je dit soort economische clusters dus wel en niet. Het begint met gunstige fiscale regimes, dat is zeker. Maar wat vooral vereist is, is openheid, open grenzen en vrijheid voor iedereen om te zeggen en schrijven wat je wilt. De mediaproductiebedrijven kwamen aanvankelijk niet, want een zekere basisinfrastructuur is vereist. Maar ook die kun je maken, want Dubai heeft later met de omzetting van Media City in Internationale Media Production Zone precies dat gedaan. Het allerbelangrijkste echter is je internationale positie uitbuiten: de internationale luchthaven koppelen aan de hoogwaardige kennisclusters zoals ook Singapore en Maleisië doen. Welke economische sectoren passen bij het gegeven netwerk? Dat is iets anders dan een bot, op gesleep met goederen en mensen gericht mainportdenken zoals bij ons, maar vereist het nadenken over en het bouwen aan een echte metropool. Hoe? Eén voorbeeld: in plaats van gasrotonde van Europa kan Nederland trainingscentrum voor topsport worden in de wereld. Het intercontinentale netwerk van de Amsterdamse luchthaven ontsluit namelijk alle grote stadions in de wereld, non-stop en op de luchthaven ben je vanuit Amsterdam in tien minuten. Adidas weet het, maar Den Haag nog niet.

Tagged with:
 

Wat is wijsheid?

On 7 juni 2010, in economie, infrastructuur, by Zef Hemel

Gelezen in Dagblad De Pers van 3 juni 2010:

Omdat ik bezig ben met een analyse van het naoorlogse economische beleid van het kleine Nederland na de gasvondst bij Slochteren in 1959, lees ik met meer dan gewone belangstelling over het economische beleid van de andere kleine oliestaatjes, u weet wel, die langs de Perzische Golf. Over Dubai heb ik in deze blog al het nodige geschreven. Daar werd vrij laat olie gevonden –`in 1966 –, maar de strategie die volgde blijkt achteraf buitengewoon succesvol: metropolitaan dat wil zeggen ruimtelijke sterk geconcentreerd, via grootstedelijke infrastructuur- en vastgoedinvesteringen, onder een klimaat van tolerantie en openheid, aangevuld met de uitbouw van wereldwijde zee- en luchtverbindingen. Dus niet transferverkeer via de zee- en luchthaven zoals bij ons, maar bestemmingsverkeer genererend, niet gesloten voor migranten en anti-Europa gezind zoals bij ons, maar open naar de wereld, en niet gespreid over het hele land zoals bij ons, maar in één grote stad geconcentreerd.

Dagblad De Pers doet nu voorkomen alsof het andere oliestaatje Quatar het slimmer doet. Dat investeert vooral in kennis. “Op aandringen van de emir gaat er veel geld naar onderwijs.” Zo wist het verschillende topuniversiteiten uit de Verenigde Staten te lokken, waaronder Carnegie Mellon (Pittsburgh) en Georgetown. Maar het blad vergeet te vermelden dat het de emir van Quatar was die de eerste infrastructuur van Dubai financierde, als dank voor het huwen in 1958 van de dochter van de sjeik. Quatar heeft steeds financieel bijgesprongen, omdat Quatar veel eerder olie vond dan Dubai en over veel grotere gasvoorraden beschikt, na Rusland en Iran de grootste gasvoorraden ter wereld. De inwoners van Quatar hebben het hoogste gemiddelde inkomen ter wereld, het dubbele van dat in de Verenigde Staten. “De economie van Quatar groeit zo hard (dit jaar 23 procent) dat zelfs de Chinezen er jaloers van worden.” Een deel van de Quatarse rijkdommen wordt via staatsfonds Quatar Holding in het buitenland belegd. Maar het geld dat Quatar in eigen land investeert, investeert het, opnieuw, in één stad: Doha. Van Doha heeft in Nederland nog niemand ooit gehoord. Omgekeerd kennen ze in Doha Nederland niet.

Tagged with:
 

Voltooid

On 26 mei 2010, in internationaal, by Zef Hemel
Gelezen in ‘Dubai. The Story of the World’s Fastest City’ (2010) van Jim Krane:
De stichting van een stad begint altijd met een cadeautje van de natuur. In het geval van Dubai is dat niet olie, maar zijn het parels. Ik las het in Jim Krane’s nieuwste boek over Dubai. Lange tijd leefden de inwoners van het woestijnstadje Dubai van de parelvangst. Totdat parels industrieel werden gekweekt. Toen was het voorbij. Op de olie moest het sjeikdom aan de Perzische Golf nog relatief lang wachten (tot 1966) en eigenlijk wordt er helemaal niet zoveel olie in Dubai gewonnen. Buursjeikdom Abu Dabi overtreft in dat opzicht Dubai vele malen. De bouw van de metropool is een weloverwogen keuze, waarbij de olieopbrengsten natuurlijk wel hebben geholpen, maar Krane laat mooi zien dat andere oliestaatjes – ook Abu Dabi – die keuze niet hebben gemaakt en zijn gaan potverteren. Dubai dus niet. Sjeik Rashid, een liefhebber van grote steden, kwam aan de macht in 1958 en begon direct met investeren in het dan nog slaperige stadje van amper 30.000 inwoners. Eerst groef hij een haven, toen een vliegveld, daarna stichtte hij met hulp van eeb Brit een luchtvaartmaatschappij: Emirates. Tot 2004 heeft hij de ontwikkeling van Dubai met groot inzicht geleid. Het is, als je het zo leest, een indrukwekkende, bijna persoonlijke geschiedenis.
 
Kom er in Nederland eens om. Stel, je investeert vanaf heden alle aardgasbaten consequent in metropoolvorming. Over dertig jaar heb je een echte metropool die zich kan meten met vele aantrekkelijke grote steden in de rest van de wereld. Dat kan je dan geen weggegooid geld noemen. Maar gebeuren zal het niet. Waarom niet? Dat is een interessante gedachtenoefening. Die zal ons veel over onze nationale psyche vertellen en zal verklaren waarom het met dit land alleen maar slechter kan gaan. Het nationale project is hier voltooid. We gaan het hebben over bezuinigen. En wachten tot het water komt.
Tagged with:
 

Exuberantie

On 15 november 2009, in filosofie, hoogbouw, by Zef Hemel

Gelezen in de Volkskrant van 14 juli 2009:

Bij slecht weer ruim ik de kranten op. Dan ga ik knippen. Ik lees met terugwerkende kracht in de Volkskrant van afgelopen zomer over de vertraging met drie maanden van de bouw van de hoogste wolkenkrabber ter wereld, de Burj Dubai. Hij zou op 9 september jongstleden zijn opgeleverd. Ik reken even snel uit. Dat betekent dat begin december het openingsfeestje alsnog zal worden gevierd, tenminste als er niet opnieuw een kink in de kabel is gekomen. Hoogte van de toren is overigens 818 meter.

Ik denk terug aan het gesprek met Peter Sloterdijk van afgelopen week. Sloterdijk koppelde steden aan verspilling en exuberantie, ze werden erdoor gedefinieerd. Liefst twintig operahuizen telde Duitsland dankzij de tegen elkaar opbiedende steden, riep hij bijna euforisch. Hij prees ook de wolkenkrabber. Er kon wat hem betreft niet hoog genoeg worden gebouwd. Diezelfde dag, enkele ogenblikken ervoor en op slechts honderd meter afstand, had ik met de CEO van Mattmo gesproken. Mattmo is een branding office in Amsterdam. Sinds enige tijd heeft het bedrijf een vestiging in Shanghai. Ze – Monique Mulder – was net terug uit de Chinese miljoenenmetropool en vertelde over haar ervaring in de hoogste wolkenkrabber die daar onlangs is gebouwd. Het was de uiterste ervaring geweest, het was onmenselijk. Zo’n wolkenkrabber, zei ze, at de stad op, je kwam er niet meer uit, hij doodde alle publieke leven, je had alle contact met de realiteit verloren als je in de liften naar boven schoot, het was een grote monocultuur. Ik antwoordde dat wij in Nederland hetzelfde aan het doen zijn; alleen is bij ons de wolkenkrabber op zijn kant gevallen. Het tegendeel van exuberantie.

Tagged with:
 

Alweer Dubai

On 4 januari 2008, in economie, by Zef Hemel

Gelezen in De Volkskrant van 4 januari 2008:

Alweer Dubai. Ditmaal een bericht in De Volkskrant. Onder de kop ‘Dubai kan zich straks meten met New York’ wordt verslag gedaan van de grootschalige investeringen in de woestijnstad, de hoofdstad van de Emiraten. Aan het woord is nu een medewerker van Royal Haskoning, die de journalist rondtoert door de stad en enthousiast vertelt van het visionaire en ambitieuze plan dat daar ten uitvoer wordt gebracht. "Hoe kan Dubai uitgroeien tot een wereldstad als er helemaal niets wordt geproduceerd?, is de eerste vraag van de journalist. Antwoord van de Nederlandse ingenieur: "Wat voor product maakte Amsterdam in de zeventiende eeuw? Het was handel, handel, handel."

Het is het typisch foute antwoord van een Nederlander op een door een Nederlander verkeerd gestelde vraag. Er wordt in Dubai van alles geproduceerd, net zoals er in het 17e eeuwse Amsterdam van alles werd geproduceerd. In Amsterdam waren dat atlassen, kaarten, boeken, wetenschap, schepen, kuipen, bier, gebouwen, schilderijen, levensmiddelen, noem maar op. Amsterdam was een magneet van getalenteerde mensen, van schilders, wetenschappers, uitgevers, kaartenmakers, maar het was ook een sterk expanderende lokale markt die in hoge mate goederen en diensten voor zichzelf produceerde. In het naburige Haarlem was industrie geconcentreerd, in Leiden de textiel- en lakenproductie. Net zo is Dubai op dit moment een magneet van talent en produceert het diensten: entertainment, sport, uitgaan, toerisme, luxueus wonen, enzovoort. De betekenis van handel en industrie wordt in zowel vraag als antwoord stelselmatig overschat. Het is de tragiek van Nederland, het grote Nederlandse misverstand: investeren in logistiek wordt gelijkgesteld met handel, en handel is waar wij goed in zijn en waar we ons geld mee verdienen. Zelfs het geld dat we verdienen met ons aardgas gaat rechtstreeks naar de verdere uitbouw van de logistiek. De essentie van Dubai is echter: koppel de logistiek aan de metropool! Bouw een grote stad die dat logistieke complex profijtelijk maakt.

Arm Nederland. Het houdt angstvallig vast aan een handelsnatieretoriek: het kleine landje dat groot is in handel. Terwijl het het geld in werkelijkheid vooral verdient met almaar stijgende aardgasbaten.

Tagged with:
 

Dubai versus Amsterdam

On 3 januari 2008, in economie, energie, by Zef Hemel

Gelezen in Het Parool van 3 januari 2008:

Er zijn meer overeenkomsten tussen Nederland en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) dan je zou denken. Beide landen zijn relatief klein, worden omgeven door zeer grote en machtige buurlanden, zijn zwaar verstedelijkt en hebben reusachtige gas- respectievelijk oliereserves die snel uitgeput raken. Net als de sjeik van de VAE, Mohammed Bin Rashid al-Maktoum, besloot premier Wim Kok zo’n tien jaar geleden tot substantiële investeringen in de fysieke infrastructuur van het land, te financieren uit de extra opbrengsten van het aardgas. Deze zogenaamde aardgasbaten danken we aan het feit dat de aardgasprijs is gerelateerd aan die van de olie. Die laatste stijgen al meer dan tien jaar. Vandaag werd zelfs de grens van 100 dollar voor een vat olie bereikt, zo stond in de kranten te lezen. Beide kleine landen worden dus slapende rijk. Maar ze realiseren zich ook dat die unieke maar toevallige bron van welvaart vrij snel uitgeput zal raken. Dus wordt het geld geïnvesteerd. Om de economie van het land duurzaam te versterken.

Hoe de VAE dat doet valt de laatste tijd in alle kranten en tijdschriften te lezen. De Emiraten investeren massief in hun hoofdstad, Dubai. Vandaag stond weer een aardig artikel in Het Parool over ‘een sportstad in de woestijn’. Aanleiding voor het artikel is het voornemen van de Nederlandse cricketers om hier vier maanden neer te strijken ter voorbereiding op de WK-kwalificatie in 2009. Vooral in de wintermaanden is het er heel aangenaam. Maar het zijn met name de spiksplinternieuwe sportaccommodaties die buitengewoon goed zijn, waarvoor de Nederlandse sporters zwichten, en is er veel geld voor sport en sportevenementen. Zo is er een cricketstadion voor 25.000 liefhebbers. Er wordt een hele sportstad opgetrokken midden in de woestijn, op 25 kilometer afstand van de hoofdstad. Voor de sportbonden is Dubai ‘het nieuwe Zwitserland’. En wat voor sport geldt, geldt ook voor uitgaan, horeca, wonen, entertainment, infrastructuur. Al deze spectaculaire ontwikkelingen zijn rechtstreeks gekoppeld aan de uitbouw van een grote, uitstekend geoutilleerde luchthaven. "Inmiddels bezoeken vijf miljoen toeristen per jaar het emiraat. "Die geven nu al meer geld uit dan er aan olieinkomsten wordt verdiend." En, eindigt Het Parool, zijn sportartikel: "Wat dan nog ontbreekt, zijn de Olympische Spelen. Die zouden zó kunnen plaatsvinden in het staatje."

Waarin investeert Nederland nu al tien jaar lang zijn aardgasbaten? Niet in zijn grote steden, laat staan zijn hoofdstad. Er gaat veel geld naar asfalt en beton: de Hogesnelheidslijn Zuid en de Betuwelijn, maar ook de Tweede Maasvlakte en de uitbreiding van Schiphol. Nederland, zo lijkt het, moet vooral een logistiek knooppunt binnen Europa worden. Zijn die investeringen even succesvol en even tot de verbeelding sprekend als die in de Verenigde Arabische Emiraten? Zijn ze duurzaam? Maken wij hiermee evenveel kans op de Olympische Spelen als Dubai? Hoe aansprekend is onze visie? Of zouden we ons geld beter kunnen aanwenden voor de vorming van een echte metropool, in aansluiting op onze naionale luchthaven?

Tagged with: