Gezien in Frankfurt op 15 april 2010:
De nieuwbouw van de Europese Centrale Bank in Frankfurt komt te staan in Osthafen, op de noordelijke oever van de rivier de Main. Daartoe heeft de EU in al zijn wijsheid besloten. Het terrein van de voormalige markthallen van de Duitse handels- en bankenstad, gebouwd eind jaren twintig van de twintigste eeuw, bevindt zich op relatief grote afstand van het zogenaamde ‘Bankenviertel’, dat zich juist ontwikkelt bij het hoofdstation aan de westkant van het centrum. Dat viertel groeit ook nog eens in westelijke richting, naar het station en het Messegelände toe. De gekozen plek is dus vreemd. Het is door de EU gekozen puur vanwege de extreme eisen rond veiligheid. Het enorme gebouw zal worden afgeschermd van de rest van de stad met een groot park en hoge hekken. Door de grote afstand zal er geen contact zijn met het centrummilieu en de andere banken. En met de aanleg van een nieuwe brug over de Main wordt bovendien een directe aansluiting verkregen op de snelweg naar het vliegveld, waardoor de stad gemakkelijk vermeden kan worden. Bedenk daarbij dat het internationale personeel van de bank naar verwachting overwegend zal worden gehuisvest in dure dorpen en stadjes als Kronberg en Falkenstein aan de voet van het Taunusgebergte in het noorden (daar heeft zich nu al de internationale school gevestigd), en het beeld is compleet. Frankfurt zelf zal er weinig van profiteren.
Tegelijkertijd wordt er op het vliegveld van Frankfurt, acht kilometer buiten de stad, een reusachtige zeppelin gebouwd van 660 meter lengte. Architect: JSK te Frankfurt. Dit Airrail Center met kantoren en hotels komt boven de sporen van de ICE-treinen en naast de snelweg te zweven. Afgelopen week was ik er, gewapend met helm en veiligheidsjack, in verzeild geraakt en door Christoph Nebl, projectleider, rondgeleid. Het Europese hoofdkantoor van KPMG zal er zich binnenkort vestigen. Reden: pal naast het vliegveld en bovenop een van de grootste knopen in het Europese HSL-verkeer kun je er goed en efficiënt vergaderen. De stad Frankfurt vond het niet leuk, maar werd onder druk gezet met het argument dat het bedrijf anders niet voor Frankfurt zou kiezen. Overigens, 50.000 vierkante meter kantoorvloeroppervlak moet nog aan de man worden gebracht. Woensdagavond dineerde ik met het hoofd marketing, Kerstin Hennig; ze had er geen hard hoofd in; die verhuur lukt haar wel. Ze vroeg nog wel om suggesties voor een goede naam. Mijn voorstel: Ark van Noach. (Ik win een weekend Frankfurt als ze m’n suggestie overneemt).
De vraag rijst of je als stad nu blij moet zijn met zulke Teutoonse iconen, de een in de bossen bij het vliegveld, de ander op een industrieterrein in de riviervlakte, zonder verbinding met de stad. Ik stel de vraag, maar ik waag het te betwijfelen. Overigens, in Frankfurt maakt het allemaal niet uit. Dat groeit economisch gewoon tegen de klippen op.
Geef een reactie