Vier vierkante kilometer ellende

Gelezen in de Volkskrant van 22 februari 2011:

Ruim een maand geleden overleed Jelle Kuiper. Kuiper was korpschef van de Amsterdamse politie tussen 1997 en 2004. Hij vertrok de dag voordat Theo van Gogh werd vermoord en trad aan toen de IRT-affaire net achter de rug was – een betrekkelijk rustige periode dus. Zijn roerige jaren speelden zich af  op bureau Warmoestraat, toen Appie Baantjer daar nog rechercheur was. We hebben het dan over de jaren ‘70. Het televisieprogramma ‘Andere Tijden’ maakte er een documentaire over. Verslaafden, prostituees, straatrovers en heroïnehandelaren werden aan de lopende band binnengebracht in bureau Warmoesstraat. De ‘vier vierkante kilometer ellende’ tussen Centraal Station en de Nieuwmarkt waren de Hill Street Blues van Amsterdam. In de Volkskrant lees ik: “Begin jaren zeventig verloor de ‘gemoedelijke’ Amsterdamse penoze in rap tempo terrein aan de internationale misdaad. Het illegale Chinese gokwezen floreerde, de Chinezen van de Binnen Bantammerstraat brachten de heroïne naar Amsterdam.” Op hetzelfde moment kwamen de Surinamers naar Nederland, in meerderheid naar Amsterdam. “In luttele jaren explodeerde het aantal misdrijven van 6.000 per jaar tot 60.000 per jaar.” Kuiper: “Het was een chaos, niet te beschrijven. Wij moesten de rotzooi opknappen.”

Kort na de dood van Kuiper las ik hoofdstuk 4 uit ‘Triumph of the City’ van Ed Glaeser. Daarin beschrijft deze econoom uit Chicago hoe criminaliteit bezit kan nemen van steden. Het begint met de vaststelling dat criminaliteit een stedelijk verschijnsel is. Dit komt, aldus Glaeser, doordat mensen die op grote steden afkomen doorgaans arm zijn. Zij nemen de criminaliteit met zich mee. Bovendien zijn steden concentraties van potentiële slachtoffers. “I once estimated that the financial returns to an average crime are about 20 percent higher within metropolitan areas than outside them.” Ook de kans om gearresteerd te worden is in grote steden kleiner, wat weer misdaadbevorderend werkt. Misdaadcijfers correleren dus goed met de stedelijke omvang: hoe groter de stad, hoe meer misdaad. Echter, tussen steden en tussen perioden kunnen grote verschillen optreden. Dikwijls worden stedelijke welvaart, hard politie-optreden of toestroom van migranten als verklaringen genoemd. Volgens Glaeser verklaren ze het verschijnsel niet. Er bestaat simpelweg geen goede verklaring. “The inexplicable changes in crime over time and space are, in a sense, the damaging counterpart of the inexplicable explosions in art and creativity that occasionally appear in cities.” Als je er al iets zinnigs over kunt zeggen, dan houdt het verband met de kracht van sociale interactie. Misdaad en corruptie werken aanstekelijk op mensen, net als goed gedrag en creativiteit.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *