Gehoord op 18 juni 2012 in Rotterdam:
Terwijl Nederland nog zijn wonden likt vanwege de uitschakeling in de eerste ronde van het EK voetbal, verzamelt een klein gezelschap liefhebbers zich in het Nederlands Architectuur Instituut om over het onderwerp ‘Olympic Cities’ te spreken. Het Amsterdamse Architectenbureau XML presenteerde daar maandagavond een helder onderzoek naar Olympische kandidatuur van steden elders in de wereld en plaatste daarmee een eventuele Nederlandse kandidatuur voor 2028 in een internationaal perspectief. Het betrof de kandidaturen van Madrid, Istanbul, Doha en Tokio (2020) en Durban en Cape Town in Zuid-Afrika (2024). Nederland bleek de enige te zijn die decentrale spelen voorstelde, alle andere hadden compacte spelen op het oog. Zelfs de straal van 50 kilometer waarbinnen alle onderdelen van de spelen volgens het IOC georganiseerd moeten worden, werd in de Nederlandse modellen genegeerd. Het Nederlandse mantra ‘Je kan het nooit alleen’ had kennelijk tot die energievretende, onhandige en niet te beveiligen spelen geleid. XML noemde het een typisch staaltje Nederlandse ruimtelijke ordening. En zeg nou zelf, de complete spelen passen makkelijk op een oppervlak ter grootte van het Amsterdamse Bos. Buiten Amsterdam hoef je in principe niets te organiseren.
Opvallend was ook de kennelijk heimelijke afspraak dat we alleen maar over de kandidatuur van Nederland mochten spreken. Het land Nederland werd dus vergeleken met steden elders in de wereld. “Het IOC eist een stad, niet een land,” merkte XML nog in de zijlijn op, maar niemand had veel zin om daarop te reageren. De vermoeidheid sloeg al helemaal toe toen XML op het eind weer drie nieuwe modellen voor Nederlandse Spelen introduceerde. Dat mocht dus niet, dat was tegen de afspraak. De treurnis rond de verdeling van de Olympische infrastructuur hadden we net achter de rug en was ons slecht bekomen. Het laatste sprankje hoop verdween toen panellid Sjors de Vries zelfs Europa geen schijn van kans meer toedichtte. Het werd me in Rotterdam volkomen duidelijk. Nederland tobt vooral met zichzelf en is absoluut niet klaar voor de Spelen. Er is geen momentum. De kandidatuur valt alleen te winnen wanneer er een grote stad is die magisch aanvoelt, die een belangrijke boodschap voor de wereld in petto heeft en die gezegend is met charismatische politici die wereldwijd aanspreken: Mandela, Blair, Lula. In Nederland is van dat al geen sprake.
Geef een reactie