Gelezen in Het Parool van 25 januari 2008:
Amsterdam telde eind 2007 in totaal 743.104 inwoners, zo meldde Het Parool. Afgelopen jaar kwamen er 5.690 Amsterdammers bij. Dat is opmerkelijk, want de Nederlandse bevolking groeit niet meer zo snel. Maar je leest er verder weinig over en al helemaal niet in de kwaliteitskranten. En toch, bijna zesduizend mensen extra op een bescheiden aantal van ruim 700.000 is niet voor de poes. Dat is 0,8 procent groei in de grootste stad van Nederland. Dat is vergelijkbaar met de groei die we ook zien in Londen, waar na jaren stagnatie en leegloop de metropool weer begint te groeien.
Maar wat het mooiste is, is de langjarige bevolkingsontwikkeling van de hoofdstad binnen de gemeentegrenzen. Begin jaren tachtig verlieten nog ruim tienduizend mensen per jaar de stad. Vanaf 1985 begon de groei (lees: herstel). Die groei was aarzelend, want tussen 1994 en 1996 keerden weer duizenden mensen de stad de rug toe. Echter, zie daar, vanaf 1997 begint Amsterdam structureel in inwoneraantal te groeien, nu al tien jaar onafgebroken. Het jaar 1998 was een topjaar: een groei van de bevolking met 8920 inwoners. Daarna liep het iets terug, maar vorig jaar zagen we dus weer een echt herstel. Kortom, het gaat goed met Amsterdam. Hier zien we het succes van ruim vijfentwintig jaar vasthoudend compactestadbeleid. Met, net als in Londen, een succesvolle stedelijke economie als resultaat. Laten we bescheiden blijven: dit is de geboorte van de Nederlandse metropool.
Geef een reactie