Welvaart als probleem

Gelezen in ‘The Uses of Disorder’ (1970) van Richard Sennett:

 

De chaos van de metropool achtte de Amerikaanse socioloog Richard Sennett een belangrijke conditie in het volwassen worden van mensen: door de vele ongezochte contacten en daarmee ook conflicten leren stedelingen elkaar te verdragen en op een bepaalde manier ook voor elkaar te zorgen. Groeiende welvaart is in die zin een hindernis op de weg naar een volwassen democratie omdat mensen met geld geneigd zijn zich af te zonderen. Vroeger was dat alleen weggelegd voor de rijken, maar nu kan vrijwel iedereen zijn eigen isolement kopen. Met zijn gezin hebben de meesten zich teruggetrokken in de bossen, buiten de stad, ze vestigden zich in villadorpen, met gelijkgezinden namen ze hun intrek in ‘gated communities’ of kozen voor frisse nieuwe buitenwijken. In hun afzondering koesteren ze de mythe van de eensgezinde gemeenschap. Welkom in de VINEX-wijk: eindelijk verlost van vreemde, afwijkende, veelal armere buren. Zo is de illusie ontstaan van een harmonieuze samenleving in eigen kring, maar met een gevaarlijke wereld daarbuiten.

Arme mensen hadden die mogelijkheid van afzondering niet. Die woonden nog gedwongen bij en door elkaar. Over veel spullen beschikten ze ook niet, dus die moesten ze met elkaar delen en dus deden ze een beroep op de ander; het was een soort van gedwongen solidariteit. Nu is dat anders. Daarom predikte Sennett een terugkeer naar de chaos van de grote stad.  Maar hoe moeten die welvarende steden dan worden vormgegeven? In grote steden, aldus Sennett, zou de piramidale vorm van de overheidsbureaucratieën in ieder geval moeten worden afgebroken, (maar niet de bureaucratie zelf). Voorts zou elke wens tot ruimtelijke orde en bestemming vooraf moeten worden opgegeven. “Instead of this idea, whose basis is found in mechanical ideas of production, the city must be conceived as a social order of parts without a coherend, controllable whole form.”  Bewoners zouden de ontstane ruimte weer zelf moeten mogen invullen. Juist in de confrontatie met elkaar zou weer een rijker leven kunnen opbloeien. Echter, angst voor conflicten weerhoudt de autoriteiten nog altijd van dergelijke experimenten, ook in onze grote steden. En naar de belangrijkste oplossing die Sennett noemde wordt, althans in Nederland, nog helemaal niet gehandeld: onze grote steden moeten veel groter en veel dichter worden bebouwd. De afgelopen eeuw werden ze juist verdund, ze zijn ijl van structuur geworden, in new towns en zogenoemde ‘stedelijke netwerken’ werden ze opgedeeld, alles in de ruimte verstrooid, veel te veel gespreid. Niet goed voor de democratie en voor een volwassen en verdraagzame omgang met elkaar. Wat riep onze premier laatst ook alweer? ‘Pleur op!’ Zelfs hij. Nu weet u waar dat vandaan komt.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *