Olympic Tokyo

Gelezen in The Guardian van 1 september 2016:

In 2020 worden de Olympische Spelen voor de tweede keer in Tokio gehouden. De eerste keer – ik weet het nog goed – was in 1964, toen Anton Geesink heel verrassend ‘s nachts de finale judo won en ik besloot judo te gaan leren. Destijds stonden de Japanse steden aan de vooravond van een enorme bloeiperiode. Tien jaar later zou het Westen ruw wakker worden geschud door grote Japanse bedrijven en dolf de Europese industrie definitief het onderspit. Tokio was destijds de eerste stad in Azië die van het IOC de Spelen mocht organiseren. Alles leek toen nog jong en nieuw en onbeproefd. Ditmaal is het anders. De Japanse economie doet het al twintig jaar niet meer goed, China is aan een stevige opmars bezig, alles is daar groter, imposanter, nieuwer; de snel vergrijzende Japanse bevolking worstelt met een minderwaardigheidscomplex, zelfs buurland Zuid-Korea presteert beter. De kernramp bij Fukushima in maart 2011, waarbij een kernreactor de vijfendertig miljoen inwoners van Tokio zelfs in gevaar bracht, betekende een gevoelige klap voor het land waar het, aldus architect Kengo Kuma, nog altijd niet overheen is. Kuma vertelde me dat zijn stadion en de Olympische Spelen in het algemeen deze gevoelige imagoschade moeten herstellen en het Westen moeten doen geloven dat Japan opnieuw op het wereldtoneel kan en wil acteren.

Voor Tokio zelf zijn de OS 2020 van belang omdat de stad zijn positie als financieel centrum van Azië dreigt kwijt te raken. Concurrenten als Shanghai en Singapore azen op haar financiële instellingen; ze maken goede kans om de rol van Tokio op het wereldtoneel over te nemen. Tokio is ook geen fraaie stad en sommigen vinden haar zelfs veel te groot. Kengo Kuma moet met zijn stadionontwerp het ongunstige tij doen keren. Zijn schitterende ontwerp sluit aan bij de Japanse traditie, hij bouwt vooral in hout, het stadion komt op de plek van het oude stadion, verrijst dus midden in de stad, maar dan wel als een tempel in het bos. Is zoiets voldoende? Toen las ik  dat het aardbevingsgevoelige Tokio in 2015 door The Economist tot de veiligste stad ter wereld was uitgeroepen, ook omdat direct na de ramp in Fukushima was opgevallen hoe de Japanse bevolking de getroffen regio spontaan te hulp was geschoten. Christian Dimmer van Urban Studies, verbonden aan Tokyo University, schreef daarover: “There is a long tradition of community organisations, non-profits, local governments and neighbourhood associations closely collaborating in disaster risk management and awareness building. Such strong social networks, in turn, have come to be recognised as key to foster community resilience.” Precies hierin schuilt dus een grote mogelijkheid: Tokio kan straks met de OS 2020 de wereld laten zien hoe een reusachtige stad in staat is zichzelf van onderop te organiseren. In deze tumultueuze tijden is dat een belangrijke boodschap aan de hele wereld.

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *