Gelezen op The Atlantic.com van 28 mei 2010:
We hebben het over krachtige steden. Dirk van der Woude wees me erop naar aanleiding van mijn item over het imago van steden (item: Genieten). In The Atlantic verscheen dezer dagen een artikel over het meten van menselijk kapitaal in steden, ook wel gekscherend Jane Jacobs-externaliteiten genaamd. Doorgaans gebeurt dat meten door het tellen van het aandeel academici in een stad. Die maat is op zichzelf al veelzeggend. De maat die The Atlantic aanhaalt is die van Rob Pitingolo. Die meet niet het aantal academici op de totale populatie van een stad, maar de dichtheid van academici per vierkante kilometer. Dit doet hij per stad en per stedelijke regio. Zo’n maat zegt veel meer: hoe dichter opeengepakt de academici zitten, hoe groter de interactie van geletterde stedelingen in een bepaalde stad.Voor de 50 grootste steden van de Verenigde Staten komt Pitingolo tot een ranglijst waar San Francisco en New York helemaal bovenaan prijken. Daarna volgen Boston, Washington, Seattle en Chicago. High Tech-steden als Austin en Raleigh doen het helemaal niet zo goed, die staan ergens in het midden. Onderaan bungelen New Orleans, Nashville, Birmingham, Jacksonville and Oklahoma City. In die laatste steden is de dichtheid academici in de buurgemeenten hoger dan in de kernstad. Pitingolo noemt dat zorgwekkend. Hij duidt het verschijnsel aan als ‘’human capital sprawl’’. Intellectuele reflectie werkt alleen als academici dicht opeengepakt in de kernstad wonen. “Metro areas need strong central cities and strong central cities need a lot of smart people.”
Wie zou niet zo’n statistiek wel eens toegepast willen zien op Nederland? Welke stad denkt u dat bovenaan de lijst zal prijken? Universiteitssteden als Leiden, Utrecht, Groningen en Delft zullen zeker hoog eindigen, maar daar woont een groot deel van de academici in de dure buurgemeenten. Amsterdam – daaraan hoeft toch nauwelijks te worden getwijfeld – zal glansrijk winnen. Niet dat ik chauvinistisch wil zijn. Helemaal niet. Het is alleen de erkenning dat we in Amsterdam iets unieks aantreffen waar we in Nederland heel zuinig op moeten zijn. Anders is het straks ook nog weg. Dan is er helemaal niets meer in Nederland aanwezig wat de moeite waard is.
Geef een reactie