Hoe Nederland de Kyoto-doelen niet gaat halen

Gehoord tijdens Zaragoza Meeting van METREX op vrijdag 26 oktober 2007:

Angela Falconer van de EEA, the European Environment Agency, liet er in haar koele presentatie op de vroege vrijdagochtend geen misverstand over bestaan. De kleine Britse dame toonde cijfers omtrent de mate waarin de verschillende landen van de EU op dit moment voldoen aan de emissiereductieverplichtingen volgens het Kyoto protocol. Wat betreft kooldioxide (CO2) is dat absoluut nog te weinig. Slechts drie landen gaan aan de verplichtingen voldoen: Denemarken, Finland en nog een andere noordelijke staat. Nederland haalt het niet, tenzij er aanvullende maatregelen worden getroffen. Onderaan bungelt gastland Spanje. Op de meeste fronten gaat het goed. Vooral de industrie realiseert grote reducties. Eén sector voldoet allerminst, sterker, die stoot alleen maar meer CO2 uit: transport. Vandaar dat Nederland op de wip zit. Nederland Distributieland en Nederland Suburbanisatieland blijken fnuikend. Er worden alleen maar meer autokilometers gereden in ons land. Iedere politicus die zich zorgen maakt om klimaatverandering zou nu moeten ingrijpen.

Het gekke was dat de tweede spreker van die ochtend, ditmaal afkomstig uit Nederland, zich nog allesbehalve zorgen leek te maken. Peter Torbijn, directeur op het Directaat-Generaal Ruimte van het Ministerie van VROM, sprak over adaptatie, dat wil zeggen het reageren op en aanpassen aan de klimaatverandering. Hij begon te zeggen dat Nederland de klimaatverandering niet als een zorg beschouwt, maar als een uitdaging. Vervolgens toonde hij fraaie plaatjes van hoe Nederland onder water kan worden gezet zonder dat er mensen omkomen. Daarmee vestigde hij op zijn minst de indruk dat ons land zich niet teveel aantrekt van Kioto, omdat het klimaatverandering wel leuk vindt en ook een groot commerciële uitdaging, want er zijn meer dichtbevolkte delta’s in de wereld, aldus Torbijn, die van onze expertise zouden kunnen profiteren.

Nog weer later die ochtend sprak een tweede vertegenwoordiger van de EEA, nu over ‘Urban sprawl in Europe. The ignored challenge’. Hij liet zien hoe nieuwe auto-infrastructuur onverbiddellijk leidt tot ongeremde suburbanisatie en stelde in het vooruitzicht dat de door de EU gesponsorde TEN-programma’s voor nieuwe autosnelwegen nog tot omvangrijke suburbanisatie zullen leiden. Uit oogpunt van klimaatverandering, stedelijke ontwikkeling en landschappelijk behoud een buitengewoon onverstandige ontwikkeling. Maar toen was de Nederlandse directeur al weer weg. Ik vrees dat we in Nederland nog heel lang moeten wachten op een terugdringen van de automobiliteit. Nee, dan president Sarkozy. Die durft wèl, zo las ik gisteren in de krant.  Besmuikt verliet ik de vergadering.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *