Gelezen in ‘Building and Dwelling’ (2018) van Richard Sennett:
Nee, geen kwaad woord over een oververhitte woningmarkt in Londen. De woedende toon in het recente werk van schrijvers als Anna Minton (‘Big Capital’) en Ben Judah (‘This is London’) over steden als Londen ontbreekt in het nieuwste boek van Richard Sennett. En dat is opmerkelijk. Zelf woont Sennett al jaren in Saffron Hill. Hij geeft toe dat zijn buurt in de Londense binnenstad de laatste jaren is gegentrificeert (lees: duur en voor de rijken geworden). Maar daarover doet hij niet moeilijk. Even verderop is de situatie namelijk heel anders. Ook de recente brand in de Grenfell Tower in het chique Kensington in West Londen doet hem niet zwichten om uit te halen naar toeristen of poenerige kapitalisten. De autoriteiten hebben onhandig gereageerd en de planners hebben te goedkope materialen gebruikt, dat wel. Steden als Londen en New York, schrijft hij elders in zijn boek, zijn juist aan het afkoelen. Die groeien de komende jaren niet meer dan hooguit 18 procent. Maar een megastad als New Delhi staat een enorme bevolkingsexplosie te wachten. Als hij verderop over ‘global cities’ komt te spreken wijst hij op de financiële sector die steden als Londen loskoppelt van hun achterland. Zulke steden hebben weinig meer te maken met de natiestaat waartoe ze formeel nog behoren. Vervolgens begint hij een droge uiteenzetting over ‘opportunity investing’.
Onder ‘opportunity investing’ verstaat Sennett het investeren in een bepaalde plek waar de investeerder zelf niet woont. Hooggespecialiseerde teams helpen bij het zoeken naar die plekken. Zulke gelegenheidsinvesteerders, schrijft hij, hopen veel geld te verdienen aan openeindesystemen waarin een kleine verandering enorme effecten kan genereren. Het gaat hen niet om profijt, maar om de reacties van derden. Het spel is spannend en gevaarlijk. Nu iedereen begint door te krijgen dat urbanisatie onvermijdelijk is en dat bepaalde steden uiterst succesvol zijn, begint pas echt het grote gokken. Sennett noemt dat ‘core investing’. Een plek in een stad staat nu gelijk aan kapitaal. ‘Flipping’ is nog erger: dat is de gebouwde investering – doorgaans een project – zo snel mogelijk doorverkopen en de winst opstrijken. Planners, schrijft Sennett, zijn tegenwoordig dienaren van de projectontwikkeling, ze gaan helemaal niet meer over stedelijke plannen, ook al denken ze nog van wel. Gemeentelijke grondbedrijven dwingen ze tot meespelen. Op stadhuizen wordt zelfs niet meer bemiddeld tussen projecten en plannen. Dat station is allang gepasseerd. Het gaat alleen nog maar om winstmakende projecten. Nogmaals, in Londen speelt dit minder dan in Delhi.
Geef een reactie