Gelezen in ‘Waar kunnen we landen?’ (2017) van Bruno Latour:
Voor de Franse filosoof Bruno Latour is er geen twijfel mogelijk. In ‘Waar kunnen we landen?’ stelt hij vast dat de rijken op deze aarde de noodlottige klimaatverandering niet langer ontkennen. Met de uitverkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten op 11 november 2016 werd duidelijk dat de leidende klassen tot de conclusie zijn gekomen “dat er op aarde niet genoeg plaats meer is voor henzelf én voor alle andere mensen.” De elites zoeken nu een goed heenkomen. Een gemeenschappelijke toekomst bestaat niet meer. Dit noemt hij het Nieuwe Klimaatregime. “Iedereen weet nu dat de klimaatkwestie tot de kern van alle geopolitieke issues behoort en dat ze rechtstreeks verbonden is met vraagstukken van onrechtvaardigheid en ongelijkheid.” Waarop hij de vraag stelt waar we kunnen landen. (Wel gek dat ik zijn boek juist in het vliegtuig op weg naar Mexico City las). Verdere globalisering, aldus Latour, heeft geen toekomst meer, maar lokalisering – het tegenovergestelde – ook niet. Immers, we kunnen niet terug in de tijd, want alles is al teveel veranderd, niet alleen de bodem, maar ook de tradities. Het enige wat werkt is een derde attractor buiten het klassieke politieke spectrum zoeken: het aardse. Dat betekent dat we weer kennis moeten verwerven over een hele reeks transformaties: “genese, geboorte, groei, leven, dood, bederf, metamorfoses.” Het subjectieve, het toevoegen van gevoelens aan koele kennis is dringend nodig.
Latour pleit ervoor om de wereld weer ‘bezield’ te maken. Wetenschap moet niet meer gaan over de analyse van productiesystemen: van materiële natuur, maar van verwekkingssystemen: van bezielde natuur. We moeten het ook niet meer over mensen hebben, maar over aardbewoners, dus ook dieren en planten. “Aardbewoners hebben namelijk het netelige probleem dat ze moeten ontdekken hoeveel andere wezens ze nodig hebben om te kunnen voortbestaan.” Wat te doen? Latour antwoordt dat we in de eerste plaats moeten gaan beschrijven: waaruit bestaat het aardse, wat maakt ons voortbestaan mogelijk, waar ben je het meest aan gehecht? Met wie kun je leven? Wie is voor zijn voortbestaan van jou afhankelijk? Met wie zul je de strijd moeten aangaan? Hoe kan een volgorde van belangrijkheid in al die agentia worden aangebracht? Dit beschrijven moet van onderop, via onderzoek, gebeuren. Latour gelooft dat het kan: “Ondanks de gaten die overal door de mondialisering zijn geslagen, waardoor het zo moeilijk is geworden de dingen waaraan we gehecht zijn op te sporen, valt nauwelijks te geloven dat we die klus tegenwoordig niet even goed zouden kunnen klaren.” Dit staat ons de komende tijd te doen: beschrijvingsarbeid voor alle bezielde wezens, het weer oppakken van de kwestie van de gemeenschappelijke wereld. Te beginnen met de binnenstad van Amsterdam.
Geef een reactie