Gelezen in het Parool van 23 februari 2011:
Mensen zoeken de betovering van de grote stad. Dat was de eye opener van een avondje debatteren met Sharon Zukin, auteur van Naked City. Niet elke grote stad is overigens even betoverend. Stedenbouwkundige Maurits de Hoog schetste vorige week vrijdag tijdens zijn voordracht in De Balie op het slotcongres van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling de culturele clusters die de meeste bezoekers trekken in de vier grote steden van ons land. Een cluster bestaat in zijn definitie uit minimaal drie culturele instellingen op loopafstand van elkaar (5 minuten) die gezamenlijk jaarlijks minimaal 500.000 bezoekers trekken. Den Haag telt drie van zulke clusters, Utrecht twee, Rotterdam drieëneenhalf, Amsterdam niet minder dan negen. Acht van de negen bevinden zich binnen de grachtengordel. De Amsterdamse binnenstad is daarmee zelf een cultureel cluster. Dat megacluster trekt jaarlijks meer dan tien miljoen bezoekers. Over betovering gesproken.
Daags na de lezing van De Hoog publiceerde het ATCB – de Amsterdamse VVV – de nieuwste bezoekerscijfers. Amsterdam heeft in 2010 ruim 15 procent meer bezoekers getrokken. Het aantal hotelovernachtingen nam met 11 procent toe. Spanjaarden, Italianen, Fransen en Britten, Belgen en Duitsers, maar ook Nederlanders brachten vaker een bezoek aan de stad aan IJ en Amstel. Eerder duidde ik dit aan als het ‘Hermitage-effect’: het effect van de opening van de Amsterdamse Hermitage op de groei van de bezoekersstromen. (De Hermitage behoort tot het culturele cluster van Joods Historisch Museum, Opera, Carré en Hortus Botanicus.) Dat effect is ongekend. Voor alle duidelijkheid, er is in ieder geval geen sprake van een Schiphol-effect. Schiphol kampte in 2010 juist met vulkaanas. Desondanks groeide het vervoer met een enkele procent, maar er kwamen beduidend minder passagiers aan op Schiphol die ook in ons land bleven. ATCB: “De meesten waren op doorreis.”
Geef een reactie