Beyond state and market

Gehoord in het Universiteitstheater te Amsterdam op 17 januari 2020:

Afbeeldingsresultaat voor hart voor de k-buurt amsterdam

Bron: WeMakeThe.City

Mensen die niets hebben, zorgen goed voor elkaar. Mensen die veel hebben, zijn individualistisch. Dit gegeven inspireerde Mike Brantjes om aan de slag te gaan met de bewoners in de arme K-buurt in Amsterdam Zuidoost. Hij en Angelique vertelden erover op de laatste dag van de Masterstudio ‘The Common City’ van de Universiteit van Amsterdam. Brantjes, die een aantal jaren geleden om persoonlijke redenen van de Keizersgracht naar de Bijlmer verhuisde, was verrast door het rijke sociale leven in de multiculturele Bijlmer. Hij begon met ‘Hart voor de K-buurt’, een reeks van initiatieven van onderop die de lokale economie in zijn nieuwe woonbuurt moeten stimuleren. Want in de K-buurt wordt nu alleen maar gewoond. Hierop stelde hij zijn team van vijftien Afrikaanse en Surinaamse buurtbewoners aan ons voor, die voor de organisatie van de initiatieven zorgen; hun werk noemde hij een uiting van een ‘contributive democracy’. Maar de overheid, zei hij, kent alleen participatietrajecten. Vorig jaar nog ging ‘Hart voor de K-buurt’ in ‘participatiestaking’ omdat alles bleek voorgekookt, er viel nauwelijks iets te kiezen. Wat een verschil met de hoogopgeleide bewoners van zelfklusflat Kleiburg, die de weg naar de gemeentelijke subsidiepotten goed weten te vinden.

Even inspirerend sprak daarna Bruno Doedens, die zichzelf ‘land artist’ noemt. Doedens toonde in korte filmfragmenten een groot aantal van zijn werken in en rondom dorpen in Overijssel en op Terschelling – vormen van ‘land art’ van een vaak zeer grote schaal. Daarbij werkt hij met honderden vrijwilligers: dorpsbewoners, gepensioneerden, studenten, vrienden. Zijn projecten zijn allemaal tijdelijk, sociaal, inclusief, en de ‘legacy’ is dikwijls groot en onverwacht. Zijn geheim? Mensen begrijpen. Hun drijfveren, zei hij, zijn niet uitsluitend economisch. Mensen willen bij een groep horen of nuttig werk doen, ze willen zich ontspannen of ergens aan bijdragen, ze willen schoonheid genieten, het landschap mooier maken, of ze zoeken zingeving. Aanvankelijk, vertelde hij, lijken zijn projecten krankzinnig en onmogelijk om te realiseren, maar door de inspiratie komen mensen in actie. Je gaat het met z’n allen doen. Nee, de grote stad was te complex, te gereguleerd. Burgers krijgen daar te weinig ruimte. Hij had het wel geprobeerd, maar de overheid stond het niet toe. Met de kunstenaar en zijn werk eindigde de Masterstudio. De boodschap van zowel Brantjes als Doedens: onze drijfveren zijn niet uitsluitend economisch en voor samenwerking hebben wij niet op voorhand een overheid nodig. Iemand komt met een inspirerend idee en begint. Burgers kunnen heel veel samen. Overheden hoeven dit alleen maar te ondersteunen.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *