Gelezen in ‘De wil van technologie’ (2012) van Kevin Kelly:
Kevin Kelly, auteur van ‘De wil van technologie’, beschrijft het technium – het geheel van technologieën in de wereld – als een complex systeem met landbouw als basistechnologie, met infrastructuur als goede tweede en met steden als derde belangrijkste technologie. Elke technologie, schrijft hij, streeft naar alomtegenwoordigheid. “Bij de knooppunten van wegen die zich als een wijdvertakte mantel rond de continenten buigen, staan schitterende steden van steen en silicium die de materiaalstromen zo hebben gekanaliseerd dat een groot deel van het technium via hen circuleert.” Kelly spreekt van “rivieren van voedsel en ruwe materialen” die naar de steden stromen en van afval dat er weer uitstroomt. “Iedere bewoner van een ontwikkeld stedelijk gebied verplaatst jaarlijks twintig ton materiaal.” Nog zo’n opmerkelijk gegeven: “In stedelijke gebieden overal ter wereld is de snelheid toegenomen waarmee nieuwe technologieën zich tot het verzadigingspunt verspreiden.” Grote aantallen van een bepaalde technologie doen nieuwe systemen ontstaan die hun eigen dynamiek genereren. “Alomtegenwoordigheid verandert alles telkens opnieuw.”
Binnenkort zullen er op aarde zoveel steden zijn dat vermoedelijk een heel nieuw systeem zal ontstaan. Schrijft Kelly hier iets over? Wel schrijft hij dit: “Een technologie die alomtegenwoordig wordt, verdwijnt meestal uit het zicht.” Daarop noemt hij het voorbeeld van motoren. Eén kamer van zijn huis alleen al bevat twintig motoren. Maar ook elektriciteit, papier en katoen zijn alomtegenwoordig en worden nauwelijks meer opgemerkt. Zullen onze steden ook uit ons bewustzijn verdwijnen? Wanneer Kelly de schoonheid van technologie beschrijft ga je daaraan twijfelen. Oude, gelaagde, complexe steden, schrijft hij, vinden wij het mooist. Jonge steden vinden we steevast lelijk. “De schoonheid van de evolutie heeft ons in haar ban.” Daarom vinden we de natuur doorgaans ook mooi: omdat ze oud, complex en gelaagd is. Technologie, aldus Kelly, wil niet alleen maar nuttig zijn. Ze wil kunst worden, zebwil mooi en nutteloos zijn. Ik moest onmiddellijk denken aan steden als Venetië, Rome, Florence en ook wel Amsterdam. Allemaal steden die als grote kunst ogen, die extreem mooi en tegelijk nutteloos zijn. Elke stad in de wereld streeft naar dat stadium in de technologische evolutie. Kelly: “We zullen lyrisch praten over de charmes van een bepaalde technologie en ons vergapen aan de subtiliteit ervan. We zullen onze kinderen ermee naartoe slepen en de imposantheid ervan zwijgend bewonderen.” Beschrijft hij hier niet gewoon toerisme?
Geef een reactie