Gelezen in NRC Handelsblad van 7 juni 2012:
Afgelopen week maakte het Zweedse comité bekend dat de Europese Unie dit jaar de Nobelprijs voor de vrede heeft gewonnen. Zelf vond ik het een verrassende keuze die me stiekem blij maakte. Maar onmiddellijk herinnerde ik me het artikel van Ian Buruma in NRC Handelsblad van afgelopen juni, waarin deze de EU neerzette als een technocratische utopie van planners als de Fransman Jean Monnet. Utopie? Planners? Ik citeer: “Jean Monnet was een geboren technocraat, die een aversie had tegen politiek conflict en een haast Chinese neiging tot vereniging. (…) Zoals alle technocraten was Monnet een geboren planner. Hierin was hij overigens een kind van zijn tijd. De maakbare samenleving, het idee dat de economie en de maatschappij zoveel mogelijk moesten worden gepland, was allang voor de oorlog populair.” Vervolgens maakt Buruma alle planners zwart. Het zijn volgens hem ingenieurs en technocraten die de samenleving willen besturen en die wars zijn van politiek.
Ik voelde me aangesproken. Maar eerst nog Buruma: “De Europese vereniging na de oorlog werd gedreven door planners; het was een technocratische utopie.” Duidelijk? Planners tonen zich ongevoelig voor politiek, ze hebben de neiging door te drammen. Ze zijn niet minder dan een bedreiging voor de democratie, zeker als er zwaar moet worden bezuinigd. “Het rationele antwoord op huidige financiële crisis is nog nauwere fiscale vereniging, maar ook dit is weer een technocratische oplossing waar Europa niet democratischer van zal worden. Verder extremisme is daarom waarschijnlijk.” Zou het heus? Krijgen de planner dan eindelijk een Nobelprijs, net wanneer politiek extremisme dreigt? En wordt dat extremisme opgeroepen uitgerekend door de planners en niet door de politici zelf? Ik twijfel. Wat zei Amitav Ghosh ook alweer?
Geef een reactie