Gelezen in Rooilijn nr.2 2014:
Patsy Healey is Brits planoloog, emeritus-hoogleraar planning aan Newcastle University en auteur van ‘Making Better Places. The Planning Project in the Twenty-First Century’ (2010). Ik ontmoette haar in 2005, toen ze in Amsterdam was voor onderzoek in verband met het schrijven aan haar boek. Amsterdam is een van de steden die prominent in ‘Making Better Places’ figureren. In het tweede nummer van Rooilijn van dit jaar – het tijdschrift van de planologen van de Universiteit van Amsterdam – verscheen zowaar een interview met de ‘grand dame’, opgetekend door Thijs Koolmees, Marije Koudstaal en Stan Majoor. In ‘Puzzling towards people-oriented planning’ vertelt ze over de nieuwste ontwikkelingen in de ruimtelijke planning die ze als professional ontwaart sinds het verschijnen van haar theoretische boek: deze ruimtelijke planning wordt, althans in Europa, steeds lokaler, speelt zich hoofdzakelijk af op stedelijk niveau, en houdt meer en meer rekening met de wensen en ideeën van gewone mensen.
Healey ziet overigens tegenstrijdige ontwikkelingen. De Britse regering predikt weliswaar ‘The Big Society’ en ‘localism‘, maar centraliseert ondertussen bijna alles. "This is because it does not know any other way to act." In werkelijkheid ontwaart ze een implosie van het politieke systeem op nationaal niveau, waarbij rijksambtenaren kennis en vaardigheden verliezen, terwijl steden steeds krachtiger worden en de institutionele leegte vullen. Maar ook stedelijke autoriteiten hebben volgens haar de neiging te centraliseren en door bezuinigingsdrang hun kennis overboord te zetten. Healey: "If you look at the big local authorities, they are so trapped in all the procedures they have to follow that it is very hard to loosen up from all of that, in order to take initiatives like we did." Blijft over de lokale gemeenschap. Gewone mensen, stelt Healey, denken op verschillende schalen, beschikken over veelsoortige kennis, kunnen door samen te werken heel veel bereiken. Ze noemt het opvallend dat zoveel op hele kleine schaal geregeld kan worden en dat er zo weinig buurtoverstijgende coördinatie nodig is. Op buurtniveau begint dus de nieuwe planning. Een representatieve democratie moet je natuurlijk niet weggooien, zegt ze, maar alleen maar eens in de vier jaar je stem uitbrengen is volgens haar de bottom line. "I think it is about building another kind of democracy."
Geef een reactie