Gelezen in The New York Times van 3 augustus 2010:
Afgelopen donderdag 30 september opende de nieuwe TV tower van Guangzhou na zes jaar bouwen met groots Chinees vuurwerk. Kosten: 440 miljoen dollar (2,2 miljard RMB). Er zitten zes liften in de toren. Per uur brengen die maximaal 1400 toeristen in een duizelingwekkende vaart van 10 meter per seconde naar het hoogste platform, op 438 meter hoogte. Architecten: Mark Hemel en Barbara Kuit van IBA uit Amsterdam. Aan de overkant van de rivier was al eerder het nieuwe Operahuis van de Londens-Iraanse architecte Zaha Hadid gereed gekomen. Het opende afgelopen mei met Puccini’s Turandot (dirigent: Lorin Maazel). In aanbouw is het Guangzhou Museum (architect: Rocco Jim uit Hong Kong) en ook wordt gewerkt aan een grote openbare bibliotheek. Het gehele culturele district langs de rivier zal in november gereed zijn als Guangzhou gastheer is van de Aziatische spelen. Totale kosten: 4,3 miljard RMB, zo’n 500 miljoen dollar. Daarmee levert de Zuid-Chinese industriestad een enorme inhaalslag op cultureel terrein. The New York Times citeert Liu Xiaolu, een woordvoerder namens Guangzhou Opera House: “In a short period of time it has changed the cultural scene here, which was relatively limited until recently. Before it was just Beijing and Shanghai. Major international productions — whether it was opera or pop music — would pass right over us and go straight to Hong Kong. We just didn’t have the venues. We didn’t even have a stage large enough to fit all the swans in Swan Lake. Now it’s Guangzhou’s turn.” Ten opzichte van het nabijgelegen Hong Kong leed Guangzhou lange tijd aan een cultureel minderwaardigheidscomplex. Metropolen als Shanghai en Beijing overtroffen de stad bij verre in aantrekkingskracht. Het arme Guangzhou besefte dat het niet alleen met industrie de welvaart kan laten groeien. In één klap heeft het zijn achterstand ingelopen.
In de krant lees ik dat het nieuwe rechtse kabinet van Nederland liefst twintig procent wil snijden in het toch al bescheiden budget voor cultuur. Omroeporkesten verdwijnen, theaterdeuren gaan op slot, de prijzen voor kaartjes gaan fors omhoog, het cultureel jongerenpaspoort verdwijnt. Het is de voorbode van grootstedelijke krimp en luidt het definitieve einde invan economische voorspoed in dit land. Zonder cultuur geen steden en zonder steden geen economie. Ik hoop dat rechts Nederland er zijn vingers bij zal aflikken.
Geef een reactie