Gelezen in ‘Leren van voorbeelden in het buitenland’ van Urban Matters (1995):
Het rapport is twaalf jaar oud, maar aangezien het hier om railinfrastructuur gaat is de inhoud nog steeds hoogst actueel. Het verscheen in een tijd dat lightrailsystemen populair werden in Nederland en veel lokale bestuurders een bezoek brachten aan steden in Frankrijk en Zwitserland om te leren hoe je regionale railsystemen kunt maken dan wel verknopen. Dat was nog de verlichte tijd van Paars I en II. Daarna, onder Balkenende I en II en III, gingen de ov-plannen in de ijskast en verschoof de aandacht naar het asfalt. Maar inmiddels komt het openbaar vervoer weer in de belangstelling. Dus het rapport van Urban Matters, destijds gemaakt in opdracht van de Rijksplanologische Dienst, kan weer uit de kast gehaald. Buitengewoon interessante kost voor de Metropool Amsterdam. Ik zou zeggen, lees vooral over het regionale openbaarvervoersysteem van Zürich. Die Zwitsers weten wel hoe dat moet. Het kanton telt 1,1 miljoen inwoners, de stad zelf 360.000. Dat is een maatje kleiner dan Amsterdam. Maar het aandeel openbaar vervoer is er ongeëvenaard: 48 procent. In de spitsuren loopt dit op tot 56 procent. Het grootste deel is rail. Hoe dit kan? De verklaring schuilt in de bewuste ruimtelijke concentratie van de voorzieningen in één centrum – Zürich stad – in de eerste plaats (dus niet in allerlei regionale of subcentra), waardoor een radiaal railnetwerk optimaal wordt benut. In de tweede plaats het milieubewustzijn van de Zwitsers. In de derde plaats de hoge kwaliteit van de openbaarvervoerdiensten.
De stad heeft duidelijk gekozen voor twee gescheiden systemen – niet meer. Tot aan de gemeentegrenzen van Zürich domineren de tramlijnen. Op het niveau van de regio is er de S-bahn; die loopt via het spoor. Beide systemen komen samen in één punt: Hauptbahnhof. Daarnaast kent het stelsel nog zes plekken waar de systemen elkaar raken of snijden. Alle energie is gestoken in het betrouwbaar maken van de twee systemen en in het opvoeren van de frequentie. Elke zes minuten gaat er een tram. Niet wereldschokkend misschien, maar buitengewoon effectief. Kortweg, de bestaande systemen heeft men in Zürich door de jaren heeft steeds verder vervolmaakt. Weliswaar is in de jaren zeventig overwogen een metrostelsel aan te leggen, maar dat is toen afgewezen. Vervolgens heeft men het tramnetwerk geoptimaliseerd. De bevolking is er vertrouwd èn zeer content mee. O ja, bij alle grote overstappunten zijn heerlijke kiosken. Misschien zijn die kiosken wel het allerprettigste.
Geef een reactie