Bouwdelirium

Gelezen in ‘Gerard Heineken. De man, de stad en het bier’ (2013) van Annejet van der Zijl:

Gerard Heineken

Las in de trein naar Parijs dan eindelijk de biografie van Gerard Heineken, oprichter van het Amsterdamse bier-imperium, geschreven door Annejet van der Zijl. Het boek is leerzaam. Het schetst een treffend beeld van het begin van de Tweede Gouden Eeuw van Amsterdam. Rond 1851 was Nederland economisch en cultureel hopeloos achterop geraakt; voor technisch vernuft moest je hier niet zijn, dan ging je naar Londen of Parijs. Maar dan, rond 1860, vertonen zich ineens jonge mannen – allemaal twintigers – in de stad die nieuwsgierig zijn naar technische vindingen uit het buitenland, die deze met eigen vermogen importeren en in Amsterdam introduceren. Allemaal startups dus. Zo ook Gerard Heineken, die een oude brouwerij in de binnenstad opkoopt en de lokale markt gaat bedienen met nieuw soort bier dat hij in Duitsland leert kennen. Het is het begin van het Heineken concern.

Waardoor al deze jongemannen, niet behorende tot de plaatselijke elite, ineens opstaan en beginnen te ondernemen, dat is de grote vraag. Volgens Van der Zijl kwam het door Samuel Sarphati. Deze joodse ondernemer bouwde een Paleis voor Volksvlijt aan het einde van de Utrechtse straat naar het voorbeeld van Christal Palace in Londen.  Het gebouw was zo groot als de Dam en werd verlicht door meer dan 6000 gaslampen. In 1864 opende het zijn ijzeren poorten. “Aangestoken door het succes van het Paleis voor Volksvlijt broeiden er vervolgens steeds meer initiatieven die Amsterdam eindelijk de eigentijdse allure zouden geven waar het nog zo pijnlijk aan ontbrak.” Ook niet onbelangrijk: Thorbecke financierde de aanleg van het Noordzeekanaal. Opvallend echter is de beweging van jonge ondernemers in de stad: allen deelden een gevoel van verantwoordelijkheid voor de publieke zaak dat verder reikte dan hun privébelang. “En dus gaven ze geld.” Ze geloofden ineens in de toekomst van Amsterdam. Twintig jaar later, in 1884, opent zowaar een Wereldtentoonstelling op het gloednieuwe Museumplein. De stad verkeert dan in een ‘bouwdelirium’. Haar inwonertal verdubbelt. Twintig jaar later dus. Zo stortte Amsterdam zich dus in de Tweede Gouden Eeuw.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *