Gehoord in Masterstudio The Circle City van de UvA op 10 januari 2018:
Christian Iaione van Labgov (Laboratory for the Governance of the City as a Commons), was de derde internationale spreker tijdens de Masterstudio The Circle City van het Centre for Urban Studies aan de Universiteit van Amsterdam. De Italiaan Iaione is van huis uit jurist, gespecialiseerd in ruimtelijk recht, en doceert in Rome. Zijn bijdrage was allesbehalve juridisch en oversteeg verre zijn discipline. In ‘The Co-City’ vertelde hij over zijn samenwerking met Sheila Foster, hoogleraar Publiek Recht aan Georgetown University, Washington DC, en hun gezamenlijke zoektocht naar een ander besturingsmodel voor steden. Want zonder een gewijzigde governance kunnen steden nooit circulair worden. In hun werk hadden ze zich laten inspireren door Elinor Ostrom (1933-2012), de Nobelprijswinnares economie 2009. Die had ontdekt dat gemeenschappen zeer wel in staat zijn hun hulpbronnen duurzaam te beheren zonder privatisering of dictaten van bovenaf. De ‘tragedie van de meent’ bestaat, maar mensen kunnen door op een bepaalde manier samen te werken wel degelijk voorkomen dat individuen zichzelf overeten of zich verrijken ten koste van anderen. Iaione’s boeiende verhaal over Co-City ging over het overstijgen van de tegenstelling tussen publiek en privaat. Het ging over hoe kennis tussen alle partijen kan worden gedeeld en hoe zelforganisatie praktisch in zijn werk gaat. Het ging over, zoals hij samenvatte, “bringing Ostrom to the city.”
In ‘Governing the Commons’ (1990) vatte Ostrom de acht ontwerpprincipes samen die tot een gemeenschappelijk beheer van hulpbronnen leiden: “1) Clearly defined boundaries; 2) Congruence between rules and local conditions; 3) Collective choice arrangements; 4) Monitoring; 5) Graduated sanctions; 6) Fast and fair conflict resolution; 7) Local autonomy; 8) Appropriate relations with other tiers of rule-making authority (polycentric governance).” Aan al deze voorwaarden moet worden voldaan om een stad duurzaam te maken. Zeker, een overheid is nodig, maar deze moet in de eerste plaats anderen in staat stellen om verantwoord te handelen. De werkelijke besluitvorming moet plaatsvinden in grootstedelijke platforms die quintuple helix zijn. Ook de stedelijke infrastructuur zou als een commons beheerd moeten worden. ‘Tech justice’ moet niet worden vergeten. Verder zou iedereen in staat moeten worden gesteld om te experimenteren. Iaione schetste de werkwijze als: open gesprekken voeren, alles in kaart brengen, vervolgens gezamenlijk ontwerpen, dan het prototype testen, daarna reguleren, ten slotte het resultaat modelleren. Een dergelijke werkwijze leidt tot een verbetering van de lokale democratie. Met meer publieke investeringen. Het betekent wel dat de overheid minder dominant moet zijn en een deel van zijn macht afstaan. En toch, “there should be institutional diversity in the city.” Het was alsof ik de handleiding bij de gemeentelijke leergang De Nieuwe Wibaut (2012-2014) las.
Geef een reactie