Conservatief

Gehoord in de Tolhuistuin op 5 november 2009:

"Het is vijf voor twaalf. Het is in vele opzichten vijf voor twaalf." Zo begon de wethouder van ruimtelijke ordening en stedenbouw van de gemeente Amsterdam zijn eigen vrije avond in de Vrijstaat. Vanaf de eerste minuut waren we de gevangenen van zijn ruimtelijke dilemma. Maarten van Poelgeest toonde cijfers, kaarten en grafieken die de vollle zaal – vooral bestaande uit ambtenaren – angst moesten inboezemen. "Als we zo doorgaan, gaat het niet goed," voegde hij er dreigend aan toe. Zijn zelfgekozen opponent was Walter de Boer, directeur van Bouwfonds Property Development, een van de grootste ontwikkelaars van Nederland die, zoals hij zelf zei, liefst twintig procent van de woningbouw in Nederland in handen had. "Waar zitten jullie in de Amsterdamse regio?", vroeg Maud van de Wiel, die optrad als moderator. "Overal," antwoordde De Boer. "Wanneer gaan jullie in het Polderweggebied beginnen?", vroeg de wethouder vrolijk uitdagend. Maar daar ging De Boer liever niet op in. Hij vond Maarten van Poelgeest maar lijken op Al Gore. Je zag aan zijn gezicht dat hij met die Gore niet veel ophad. Van Poelgeest wilde echter niets liever dan de degens kruisen met deze woningbouwman die grote aantallen ‘Volkswagen Kevers’ (lees: rijtjeswoningen en twee-onder-eenkappers) in de weilanden neerzet, "omdat de consumenten daar nu eenmaal om vragen." Zelf vond ik Van Poelgeest vooral lijken op Jan Pronk, toen hij nog Minister van Ruimtelijke Ordening was en die had geprobeerd de geesten rijp te maken voor het trekken van rode contouren om alle steden en dorpen. Ook Margreeth de Boer en al die andere ministers van Ruimtelijke Ordening van de babyboom-generatie hadden het vijf voor twaalf gevonden en hadden geprobeerd met doemscenario’s gedragen ruimtelijke agenda’s te maken. Oude politiek die uiteindelijk niet had gewerkt.

Het debat ging vooral over aantallen, hoeveelheden en nog het meeste over geld. Er werd vermenigvuldigd, afgetrokken, maar vooral gedeeld en opgeteld. Er werd intensief gebruik gemaakt van jarenlang rekenwerk van architect Uytenhaak, die ook in de zaal zat en die regelmatig de cijfers moest verduidelijken omdat door de abstractie van de getallen iedereen de weg kwijtraakte. Het ging over woningbouw, dat was duidelijk, het ging niet over werken, slapen, eten, drinken, ontspannen, kortom over mensen en hun leven de stad. Toegegeven, de woningaantallen die Van Poelgeest opvoerde als de bouwopgave voor de komende jaren in de regio waren indrukwekkend: niet 150.000, maar 300.000 tot 2040. "Dat is twintig procent toevoegen aan de bestaande voorraad," aldus de verantwoordelijke wethouder. Wat het geld betreft was er volgens de twee heren op het podium gewoon te weinig en dat verklaarde waarom er niet in de steden werd gebouwd en waarom de woningen in zulke lage dichtheden en ook zo armoedig werden opgeleverd. Ze waren het dus met elkaar eens. Maar de grafieken van ruimteconsumptie die de wethouder vertoonde, maakten juist duidelijk dat al die ruimteconsumptie welvaartsgedreven is. Er is juist héél véél geld. En àl dat geld zorgt ervoor dat dit mooie landje in hoog tempo wordt volgebouwd. Inderdaad, het volbouwen verloopt exponentieel. En Walter de Boer voelde zich daarvoor niet echt verantwoordelijk, sterker, hij bestreed de juistheid van de cijfers.

Op een gegeven moment werd het de zaal te veel. Iemand midden in de menigte intervenieerde. Hij herinnerde de twee heren eraan dat ze in de Vrijstaat waren en vroeg of ze op het podium wat dichter bij elkaar wilden gaan staan en elkaar wilden omhelzen. "Vrijen hoeft niet." Ook andere mensen vroegen nu om een visie van de politicus, en een reactie op de negen maquettes die om de hoek stonden opgesteld. Er kwam weer leven in de zaal. Op het podium voelde het nog wat onwennig. Van Poelgeest, dat zag je, meende dat hij al een visie had gegeven. Maar ineens begreep hij het. Toen verzon hij een nieuwe regel: de wet van Saris. Voortaan mag er alleen nog maar gebouwd worden in een dichtheid lager dan 5 woningen per hectare of hoger dan vijftig woningen per hectare. Het bracht Maud van de Wiel op het idee om nu ook ‘de wetjes van Duco Stadig’ in discussie te brengen. ‘Wetten, nog meer regels??," mompelde mijn buurman. Iedereen wachtte tot de wethouder iets zou zeggen over dat mooie plaatje op het eind van zijn presentatie: een toekomstige wereldbewoner die vanaf een hoog plateau, omringd door fantastische gebouwen, in een gevleugeld luchtschip stapt. Maar het gebeurde niet. Wel kwam er enige ontspanning op de gezichten van de twee heren, en ook ontspanning in de lichamen. Het duel was voorbij. Dat kon je zien. Het gesprek kon eindelijk beginnen. Maar toen was het al vijf voor tien.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *