Gelezen in ’Sterke verhalen. Hoe Nederland de planologie opnieuw uitvindt’ (2010):
“Het is ondenkbaar dat Nederland de toekomststrategie van een duurzaam, prettig en innovatief land waarmaakt zonder een sterk verhaal. Een sterk verhaal vormt het wervende perspectief waarin burgers, bestuurders en bedrijven hun toekomst zien. Zonder verhaal, zoveel is wel duidelijk, is iedere tussenevaluatie steeds weer teleurstellend.” Dat schrijven Maarten Hajer, Jantine Grijzen en Susan van t Klooster in het derde deel van Design and Politics. In het boek kijken de auteurs – directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving, medwerkster bij McKinsey resp. onderzoeker aan de Vrije Universiteit – terug op twintig jaar experimenteerfreude in de Nederlandse ruimtelijke ordening. Door hen wordt de balans opgemaakt. Ze constateren een herstelde relatie met de burger, een trage besluitvorming, planners als procesbegeleiders, een aan de markt uitbestede planning en, recentelijk, een terugkeer van de staat. Maar ook stellen ze vast dat er in brede kring serieus gediscussieerd wordt over de noodzaak van een duurzaam beleid in het licht van klimaatverandering, afname van biodiversiteit, vergrijzing, bevolkingskrimp en toenemende mobiliteit. Waar, vragen ze zich af, blijft het sterke verhaal? Alleen een goed verhaal kan al deze zaken met elkaar verknopen en de relatie tussen bestuurders, experts en burgers herstellen. “Zijn deze drie goed op elkaar betrokken, dan ontstaan plannen met kwaliteit en legitimiteit.”
In het hoofdstuk ‘Een planologie van verhalen’ wordt het zelfs met zoveel woorden gezegd: een gedeelde visie is essentieel, ze is het medicijn tegen bestuurlijke drukte, alleen als het proces van articulatie en betekenisgeving gezamenlijk wordt doorlopen kan een goed, doorleefd plan ontstaan. Dat proces organiseren is de taak van ruimtelijke planners. “Sterke verhalen zijn niet alleen cruciaal voor de inbreng en borging van visies en inhoud, ze helpen ook bij de realisatie van een functionele, duurzame en mooie ruimtelijke inrichting. Een sterk verhaal inspireert uitvoerders tot het leveren van betere prestaties. Het geeft controllers houvast bij het bepalen of de afgesproken kwaliteit geleverd is. (…) Sterke verhalen zijn een middel voor een dmocratisch legitiem planningsproces. Een narratieve planning maakt het mogelijk vakinhoudelijke deskundigheid te koppelen aan publieksparticipatie.” Eenvoudiger kunnen de auteurs de planningsopgave niet maken. Maar ze waarschuwen wel: een mooi verhaal alleen is niet voldoende, het gaat er ook om dat het verhaal door alle betrokkenen eigen wordt gemaakt. En er moet worden afgerekend met allerlei institutionele arrangementen die dit soort open planprocessen in de weg staan. De planning is te zeer institutioneel ingekaderd geraakt. “Kunnen we deze slag maken?” Niet zonder reden stellen de auteurs deze vraag. Ze wijzen op het gevaar dat de staat zich dan opdringt, “dat het leidt tot een staatsplanning waarin de centrale overheid beslist zonder reflectie of inspraak van buiten.” Ze verwijzen naar de Crisis- en Herstelwet. Ik ben inderdaad bang dat hun waarschuwing te laat komt. Het is namelijk al zo ver. Of ben ik te somber?
Geef een reactie