De weg kwijt

Gelezen in ‘Op de grond’ (2008) van Tracy Metz:

Afgelopen week maakte ik op uitnodiging van Tracy Metz en Baptiste Brayé mijn opwachting bij een bijeenkomst van ‘Sense of Place’, een soort van salon aan het Amstelveld. Met mij waren zo’n dertig mensen aanwezig. Gastspreker was Susan Fainstein, een politicologe werkzaam aan Columbia University en Harvard, gespecialiseerd in planning. We kregen een college over ‘The Just City’, de rechtvaardige stad. Het bleek te gaan om een nieuw boek van haar hand dat later dit jaar in Amerika zal verschijnen. Het was een mooie lezing. Ze vertelde dat ze voor het maken van het boek een college filosofie had gevolgd; tussen de jonge studenten zat daar de oude dame weer in de collegebanken, je zag het voor je, ze moest er wel om lachen. Rechtvaardigheid splitste ze uit in drie begrippen als het om de stad gaat: democracy, diversity, equality. Elk begrip viel weer uiteen in een reeks deelbegrippen. Een stoet van filosofen trok voorbij, te beginnen met John Rawls uiteraard. Zelf had ze de meeste affiniteit met het gedachtegoed van Barbara Nussbaum met haar capability-theorie. Ze vergeleek New York met Londen en Amsterdam. Eigenlijk had ze een vraag aan ons. Ze was geneigd Amsterdam als een echte rechtvaardige stad te zien, maar haar bereikten de laatste tijd veel emails van studenten en pas-afgestudeerden uit Amsterdam die erg negatief waren. Was er bij ons iets misgegaan?

Thuis zocht ik het interview op dat Tracy Metz een kleine twee jaar geleden met Fainstein in Harvard had gehouden. Ook dat ging toen over de rechtvaardige stad. Destijds vroeg Tracy aan Susan of Amsterdam rechtvaardiger was dan New York. Fainstein antwoordde: "In Amsterdam bestaat er een ethiek, gevoed door eeuwen activisme van het maatschappelijk middenveld. Het mobiliseren van belangen en klassenbewustzijn is niet genoeg, er is ook zo’n morele code nodig. Uit de verzuiling is in Nederland een ethiek van verzoening voortgekomen, een moreel geloof in een stad die rechtvaardig en genereus is. Ondanks bezuinigingen en de druk van de globalisering en de imperfecties die er altijd zijn, is Amsterdam een welvarende, egalitaire stad, met veel diversiteit."

De aanwezigen dachten daar nu heel anders over. Er was vooral verwarring. De Nederlanders leken de weg kwijt. Olof van der Wal, directeur van KEI-centrum voor Stedelijke Vernieuwing die gevraagd was als eerste te reageren, begon met te zeggen dat Nederland groter is dan Amsterdam en dat Groningen en Enschede misschien wel rechtvaardiger steden zijn dan Amsterdam. Een typisch Hollands statement natuurlijk. Vervolgens introduceerde hij nieuwe begrippen om rechtvaardigheid mee te meten, zoals toegankelijkheid, wat niet zo handig was. De rijksbouwmeester, die ook aanwezig was, refereerde aan de zeventiger jaren, de jaren van ‘craziness’ in Amsterdam, toen alles nog kon. Nu kon er niets meer. Ronduit negatief waren de aanwezigen over het kille klimaat waarin de buitenlanders in Nederland ontvangen worden. Welkom zijn ze hier niet. Men had dan ook het idee dat Amsterdam veel minder gastvrij is dan New York, de immigrantenstad par excellence. De nog altijd niet opgeloste criminaliteit in de Bijlmer werd als voorbeeld genoemd van weerbarstige problemen met migrantenpopulaties in onze grote steden, hetgeen door de fotograaf Theo Baart gelukkig weer werd genuanceerd. Waarop Normain Fainstein, de echtgenoot van Susan en tevens socioloog, er fijntjes op wees dat al die immigranten in New York vooral door wetgeving die gezinshereniging toestaat worden aangetrokken, dat ze helemaal op zichzelf zijn aangewezen en vooral elkáár genadeloos exploiteren – zeker niet iets om trots op te zijn, laat staan om dit gastvrij te noemen. Tracy schaterde het op een gegeven moment uit toen de aanwezigen op alle problemen in dit kleine landje met zijn kleine steden doken. De Nederlanders, riep deze voormalige Amerikaanse uit, zijn dòl op problemen. Zelf had ik in een onbezonnen ogenblik nog geroepen dat je wel goed moet letten op de schaal. Grote steden zijn onrechtvaardiger dan kleine steden. Grote steden bestaan bij de gratie van spanning en schuring, die weer het gevolg zijn van diversiteit. Echte grote steden kennen wij niet. Natuurlijk zijn Groningen en Enschede rechtvaardiger dan Amsterdam. Om te eindigen met de vraag: "Isn’t the Just City a boring city?" De architect Van Stigt zocht het compromis: wij Nederlanders zien inderdaad overal problemen, willen alles goed regelen, waardoor onze politici voortdurend gedwongen worden actief te reageren. Daardoor is er bij ons tamelijk veel rechtvaardigheid. Maar leuk is anders.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *