Gelezen in ‘Collapse’ (2005) van Jared Diamond:
De stikstofcrisis blijkt voorbode van iets veel ergers. Wie de huidige Corona-epidemie echt in een groter verband wil zien, moet ‘Collapse’ van de Amerikaanse geograaf Jared Diamond nog maar eens lezen. Het boek verscheen vier jaar na 9/11 en een jaar na Al Gore’s ‘An Inconvenient Truth’ en werd onmiddellijk een groot succes. Boodschap: groei kan nooit eindeloos doorgaan, na extreme groei volgt een ongenadige klap. Hoe gaat een samenleving daarmee om? Haar respons is cruciaal voor overleven. Diamond onderscheidde twaalf vraagstukken die onderling nauw samenhangen: 1. vernietiging van biodiversiteit, 2. overbevissing, 3. teruggang van soortenrijkdom, 4. erosie en bodemverontreiniging, 5. uitputting van fossiele energiebronnen, 6. uitputting van zoetwaterbronnen, 7. absorptie van zonlicht voor plantengroei, 8. chemische verontreiniging van bodem, water en lucht, 9. verslepen van dieren en planten over continenten waardoor ziektekiemen zich verspreiden, 10. gassen die de chemische samenstelling en temperatuur van de atmosfeer ontregelen, 11. bevolkingsgroei, 12. consumptie en afval die exponentieel stijgen. Door globalisering, aldus Diamond, is de wereld feitelijk één grote polder geworden: als wereldgemeenschap moeten we, net als de Nederlanders, gaan samenwerken, want anders zullen we onszelf vernietigen.
Toen de socioloog Joop Goudsblom het boek in NRC Handelsblad (21 januari 2005) recenseerde herkende hij veel: “Tegenover het spookbeeld van overbevolking staat de dreiging van epidemieën, door sommigen luchthartig cynisch afgedaan als een ‘oplossing’ voor het bevolkingsprobleem.” Oorlog vond Goudsblom nog veel erger. Maar het boek verraste hem niet. Waarna Goudsblom ging graven in de vereiste maatschappelijke respons. Welke mentaliteit is tegen al deze nauw verbonden wereldvraagstukken opgewassen? Daarover was de Nederlander niet optimistisch. Goudsblom: “Hoewel aan de meeste handelingen die mensen verrichten wel enig plan ten grondslag ligt, ontsnappen de meeromvattende sociale processen waar deze handelingen deel van uitmaken meestal aan het vermogen tot planning.” Dat geldt zeker voor langetermijnprocessen. “Mensen kiezen van dag tot dag een traject van beslissingen. De gevolgen daarvan overzien ze nauwelijks.” Diamond dacht daar heel anders over. Mensen zijn wel degelijk in staat tot langetermijndenken, maar dat vereist wel grote moed. Die moed is ook nodig om pijnlijke beslissingen te nemen over waarden. Welke waarden willen we behouden en welke zetten we overboord? Ten slotte hebben we het vermogen om te leren. Kiezen we voor eindeloze consumptiegroei of stappen we daarvan af? Zien we het virus als een incident of erkennen we de samenhang? Krijgen we een Ministerie van Planning en beleven we een revival van het langetermijndenken of gaan we door op de neoliberale weg? De komende tijd zal het leren.
Geef een reactie