Down and out

Gelezen in ‘Down and Out in Paris and London’ (1930) van George Orwell:

Eind jaren twintig verbleef de jonge Orwell twee jaar lang in Parijs. Waarom? Omdat het leven in Parijs in die jaren erg goedkoop was. De beginnende schrijver benutte deze jaren om zijn dicht opeengepakte Parijse medemens te bestuderen en schreef ‘Down and Out in Paris and London’. Het is een studie van armoede, aldus de schrijver, geen roman. Het is eigenlijk een aaneerijging van verhalen uit een immigrantenmilieu – Russen, Hongaren, Italianen, Engelsen – die telkens een andere dimensie van de armoedekwestie na het einde van de Eerste Wereldoorlog behandelen. Voor een jonge afgestudeerde aan Eton was een dergelijke studie zondermeer opzienbarend en getuigde op zijn minst van socialistische sympathieën. De taal is af en toe schitterend literair, bijna een soort ‘Under Milkwood’. De armoede wordt allerminst sentimenteel of pamflettistisch beschreven, eerder nauwkeurig verhaald waarbij de vriendschap met de Rus Boris een prachtig centraal maar dienend thema is. Dienend, want vooreerst gaat het toch om andere zaken. Zaken als: hoe arme stakkers rond proberen te komen van een paar centen, hoe en waarom zij hun liefdadige begunstigers verachten, waarom het vooral mannen zijn die landlopen, hoe stringent de hiërarchie onder het personeel van een hotel wordt gehandhaafd, welke lage positie een bordenwasser in die hiërarchie innam – hij was een slaaf -, waarna de vraag wordt gesteld waarom er in steden als Parijs überhaupt hotels en restaurants zijn en waarom de mensen niet gewoon thuis met hun kinderen hun zelfbereide voedsel eten. En Parijs? "Paris is vulgar – half grandiosity and half slums."


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *