Gelezen in ‘Ondanks de zwaartekracht’ (2017) van Suzanna Jansen:
Suzanna Jansen schreef een mooi boek over twee mensen die in het machinetijdperk aan een nieuwe wereld bouwden, Steffa Wine en Cornelis van Eesteren, de eerste balletdanseres, de tweede stedenbouwkundige. Beider levens komen samen in woonwijk Slotermeer in Amsterdam, de geboortegrond van Suzanna Jansen. Steffa opende er een balletschool, Cornelis werd van het geheel de ontwerper – de man van de strenge rechte lijnen. “Wat gebeurt er als je je dromen najaagt?” Van Eesteren, die ik in 1982 persoonlijk leerde kennen en die ik drie jaar lang regelmatig opzocht in zijn bungalow in Buitenveldert om over zijn levenswerk te praten, verdiende al langer een biografie. Nu is er eentje. Nu ja, een halve. In het boek komt Van Eesteren naar voren als een ernstige man. Een harde werker. Een tobber ook, die instort en maandenlang met ernstige rugklachten bed moet houden nadat hij het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam heeft voltooid en kort voordat de tentoonstelling van CIAM in het Stedelijke Museum over de functionele stad zal worden geopend. “Hij nam zichzelf heel serieus,” typeerde vriendin Titia Frieling hem. Hij wilde, schreef Jansen, niet minder dan ‘de aarde organiseren’, te beginnen met de Sloterdijkermeerpolder. En dan die ongerijmdheid: tot z’n 33ste woonde hij nog bij zijn ouders in Den Haag, ondertussen reisde hij de Europese avant-garde achterna, af en toe zijn Zwitserse geliefde in de armen sluitend.
Geloven in je eigen dromen, het jezelf absoluut niet makkelijk maken. Suzanna Jansen vindt het prachtig en neemt het tot uitgangspunt van haar boek. Ik lees vooral over een van zichzelf overtuigde, ernstige en erg veel van zichzelf vergende man. Want opnieuw, halverwege de jaren vijftig, krijgt Van Eesteren last van hoge bloeddruk, oppervlakkige ademhaling, hartpijnen en slapeloosheid. Er komt steeds meer kritiek op zijn werk, zijn leidinggevende positie in Amsterdam moet hij opgeven. Zijn aandacht verlegt hij naar de IJsselmeerpolders, waar hij in 1959 de opdracht krijgt Lelystad te ontwerpen. Maar na vijf jaar ruzie volgt zijn oneervol ontslag. Men gelooft niet in zijn ontwerp. “Ineens was Cor uitgerangeerd. Zo snel kon het gaan.” Maar het ergste moest toen nog volgen. In 1974 overleed zijn vrouw in een hotel in Luzern. Hartinfarct. Van Eesteren was er niet bij. “Cor moest verder zonder Fritz, nog bijna veertien jaar.” Ergens halverwege die veertien jaar ontmoette ik hem. Onderuit gezakt zijn werkkamer in Buitenveldert vertelde hij me over het stroomdal van de Rijn. Achter hem een portret van zijn Fritz. Zij, geboren aan de oevers van de Bodensee, en hij, een kind uit Kinderdijk. Zijn ontwerp van Amsterdam en de IJsselmeerpolders, vertelde hij me, pasten in dat grote geheel. Zo begon ook ik te dromen.
Geef een reactie