Gelezen in NRC Handelsblad van 4 november 2011:
Elke dag verliest Nederland 17,5 hectare landbouwgrond. Elke dag zijn er zes boeren minder. Telde ons land in 1960 nog 270.000 boeren, nu zijn er nog amper 68.000 agrariërs over. Toch neemt de agrarische productie nog steeds toe. Die vindt in toenemende mate plaats in kassen. Die kassenverbouw is echter sterk afhankelijk van olie en aardgas en ook van schaars wordende fosfaatertsen. Veel van ons voedsel wordt bovendien geïmporteerd dankzij een transportsector die al even afhankelijk is van olie. Een artikel van Sietz Leeflang en Jan Willem van der Schans in NRC Handelsblad luidde een tijdje geleden de noodklok. Leeflang is voorzitter van De Twaalf Ambachten, Van der Schans is onderzoeker aan de Wageningse Landbouwuniversiteit. In hun artikel stellen ze dat wij ons niet langer buiten de natuurlijke kringloop van onze planeet kunnen plaatsen. Hun argumenten klinken plausibel. Maar worden zij gehoord?
In hun artikel schrijven ze over de herontdekking van natuurlijke hulpbronnen die in stedelijk afval zitten en die heel goed zouden kunnen worden aangewend door de Nederlandse land- en tuinbouwsector. De landbouw ontbeert echter deze waardevolle grondstoffen omdat ze via het riool worden afgevoerd. In Amsterdam wordt het rioolslib zelfs verbrand. “Dit is verspilling, zeker nu verantwoorde recycling tot compost mogelijk is, die ook voor aanmerkelijke structuurverbetering van landbouwgrond kan zorgen.” Daarom stellen ze voor om over te stappen op zogenaamde ‘kringlooplandbouw’. Die bestaat uit stadsgerichte boerenbedrijven in groene zones rond de grote steden. Ze spreken zelfs van een ‘eetbaar metropolitaan landschap’. Hun voorstel herinnerde me aan de lezing van Susan Taylor, onlangs in Washington gehouden, over de zogenaamde ‘sewage gardens’ die ten tijde van Baron Haussmann in een zone rond Parijs werden aangelegd. De lozingen uit het pas aangelegde riool – destijds een technisch hoogstandje van de stadsingenieurs – werden daar gebruikt voor bemesting van tuinbouwgrond via uitgekiende irrigatietechnieken, alles speelde zich net buiten de vestingmuren van Parijs af. Emile Zola heeft ze nog in een van zijn romans beschreven. Ze lagen bij Batignolles, op de plaats waar nu een park aangelegd wordt. U moet het maar nalezen. Lijkt me overigens echt iets voor de volgende Floriade. Het komt allemaal terug. Als een echte kringloop.
Geef een reactie