Gelezen in NRC Weekblad van 3 april 2010:
In het buitenland is het heel normaal dat burgemeesters van hoofdsteden hun functie gebruiken als springplank naar het presidentschap van de natiestaat. Jacques Chirac was, voordat hij president van de Franse Republiek werd, eerst burgemeester van Parijs. Edi Rama ging als burgemeester van Tirana voor het presidentschap van Albanië. Yoeri Lutchkov kandideerde zich als burgemeester van Moskou voor het presidentschap van Rusland, De huidige premier Erdogan van Turkije was eerst burgemeester van Istanboel. Eindelijk gebeurt zoiets ook in Nederland. Met Job Cohen als lijsttrekker van de PvdA mengt zich voor het eerst een burgemeester van Amsterdam in de verkiezingsstrijd om het premierschap van de Nederlandse republiek. Dat is nooit eerder voorgekomen. Tot nu toe gingen burgemeesters van Amsterdam gewoon op een gegeven moment met pensioen. Hun nationale bekendheid gebruikten ze niet voor politieke doeleinden. Logisch, want het burgemeesterschap in Nederland is niet politiek bedoeld. Als burgemeester moet je rust en orde bewaren, de wethouders een beetje in de gaten houden en verder vooral linten doorknippen. Voor het eerst is het anders. Voor het eerst is het burgemeesterschap van de hoofdstad een politiek lucratieve functie. Niemand zal het nog toegeven, ook Job Cohen niet. Maar het land verandert. Het normaliseert.
Dat creëert kansen voor de nieuwe burgemeester van Amsterdam. En op termijn kunnen we ook de burgemeester van Rotterdam als kandidaat beschouwen voor het premierschap. "Aboutaleb running for presidency of the Dutch republic." Terwijl de functie van premier steeds meer de allure van het presidentschap krijgt, wordt het burgemeesterschap van de twee grote steden steeds meer een springplank naar de nationale politiek. De grote steden worden belangrijker, ook in de politiek. En dat zonder staatkundige vernieuwingen. Voor zo’n conservatief landje is het wel wennen.
Geef een reactie