Fool’s paradise II

Gelezen in "Cities and the Wealth of Nations" (1984) van Jane Jacobs:

Nogmaals Jane Jacobs. Na de bondige schets van misverstanden en onbegrip in alle macro-economische theorieën in het eerste hoofdstuk van ‘Cities and the Wealth of Nations’ opent het tweede hoofdstuk, getiteld ‘Back to Reality’, met het afwijzen van de basisveronderstelling uit alle macro-economie, namelijk dat natie-staten de geschikte eenheden zijn om het economische leven te kunnen beschrijven en bevatten. De veronderstelling is, aldus Jacobs, inmiddels zo’n vier eeuwen oud en ontstond toen mercantilistische economen in de ban waren van wedijver tussen Europese natie-staten. Welvaart werd destijds nog uitgedrukt in goud, en goud verzamelen was het dominante streven van elke natie-staat. Naties echter, aldus Jacobs, zijn politieke en militaire eenheden, ze zijn geen vruchtbare entiteiten voor het verklaren van welvaartsgroei of welvaartsverlies. Want hoe bijvoorbeeld Singapore met de USA vergelijken? Dat heeft toch geen zin. "Once we remove the blinders of the mercantilist tautology and try looking at the real economic world in its own right rather than as a dependent artifact of politics, we can’t avoid seeing that most nations are composed of collections of grab bags of very different economies, rich regions and poor ones within the same nation." En binnen die zeer verschillende regio’s zijn het de steden die over het vermogen beschikken om de economie van hun eigen regio maar ook die van andere regio’s te beïnvloeden. Waarna ze het proces van import-vervanging uitlegt. Dat doen steden. Waarna de cruciale zin volgt: "Economic life develops by grace of innovating: it expands by grace of import-replacing. These two master economic processes are closely related, both being functions of city economies." Het is dus de stad en de stedelijke regio die de basiseenheid zou moeten zijn van economische statistiek en economische theorievorming en die uitgangspunt zou moeten zijn van welvaartsbeleid. Help de grote steden hun economische werk te doen – een kwestie van ‘import replacing’ – en de economie zal weer groeien. Zo simpel is het.

Niet elke grote stad doet succesvol aan import-replacing. Jane Jacobs noemt er een hele serie die het niet (meer) goed doen: Liverpool, Cardiff, Belfast, Rio de Janeiro, Buenos Aires, Montevideo, Havanna, Detroit. Wèl Milaan, Londen, New York, Parijs, Copenhagen, Antwerpen, Amsterdam (ik citeer de auteur). Haar opsomming doet de vraag rijzen hoe dat verder binnen Nederland zit. Welke steden zorgen hier voor welvaartsgroei en welke niet? Een hint: steden die van zichzelf (dus niet beleidsmatig) groeien zijn bezig met import replacing, steden die niet groeien of zelfs krimpen doen het niet.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *