Geen laarzen met modder

Gehoord in CREA te Amsterdam op 11 februari 2013:

Plantenveredeling niet sexy? Volgens Willem Stiekema is ze dat wel. Zaadveredeling is van groot belang voor de voedselzekerheid in de wereld. Tijdens de tweede Amsterdam Lezing vertelde de hoogleraar bio-informatica aan de Universiteit van Amsterdam, tevens directeur van het Swammerdam Institute for Life Sciences, op 11 februari voor een bijna uitverkochte zaal over de mondiale bevolkingsgroei, de verstedelijking, welvaartsgroei en klimaatverandering waardoor veel meer voedsel voor onze wereldbevolking op een veel kleiner grondoppervlak, onder gebruikmaking van minder kunstmest en minder water, verbouwd zal moeten worden. Sterker, de komende vijftig jaar zal meer voedsel nodig zijn dan in de afgelopen 150.000 jaar bij elkaar opgeteld. Plantveredeling is essentieel om in al dit voedsel te voorzien. Stiekema liet foto’s zien van wilde tomatenrassen, wilde aardappelen en wilde maïs, vervolgens van veredelde soorten – je begreep meteen wat hij bedoelde. Hij legde uit hoe DNA-onderzoek de genomen van de belangrijkste gewassen heeft blootgelegd en hoe hierdoor hightech DNA-gestuurde veredeling mogelijk is geworden. Biologen werkzaam in de zaadveredeling “hebben geen modder meer aan hun laarzen”, maar werken achter computers. Hun veredelingstechnieken onderscheidde Stiekema van genetische modificatie, die in Nederland aan banden is gelegd. Ondertussen is wel 160 miljoen hectare genetisch gemodificeerde soja en maïs in de wereld in productie genomen; elk jaar komen er meer hectares bij.

Stiekema vertelde dat liefst zestig procent van alle zaad in de wereld afkomstig is uit de Kop van Noord-Holland. Eén kilo tomatenzaad kost 100.000 euro; er gaan enorme bedragen in de sector om. De voedselzekerheid in de wereld hangt in belangrijke mate af van wat in Nederland wordt geproduceerd. De zaadveredeling is hier dan ook sterk innovatie-gedreven. De zeven belangrijkste bedrijven spenderen liefst 15 tot 25 procent van hun omzet aan R&D (een aantal van hun directeuren zaten in de zaal en vertelden over hun bedrijven). De universiteiten van Wageningen en Leiden, maar ook die van de UvA en de VU doen hiernaar samen fundamenteel onderzoek, soms ook in samenwerking met Chinese universiteiten; de promovendi komen uit de hele wereld. En in de laboratoria bij de bedrijven rond Enkhuizen wordt toegepast onderzoek verricht. Op het Amsterdamse sciencepark hebben zich inmiddels twee bedrijven gevestigd, eigendom van hoogleraren die hun innovaties commercieel exploiteren. Stiekema vergeleek dit regionale complex van kennisinstellingen, laboratoria en bedrijven met het Amerikaanse Silicon Valley. Het Nederlandse Seed Valley, zei hij, is een wereldspeler. Wat hij nodig had om te excelleren? Even aarzelde hij. Toen: geld, veel geld, om experimentele kassen en kostbare machines te kopen.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *