Gehoord op 13 februari op de Universiteit van Amsterdam:
Het gastcollege van Hans Luiten, historicus, in het bachelor-programma Cities in Transition aan de Universiteit van Amsterdam was bijzonder. Luiten, die twee uur lang zeer boeiend sprak over Istanbul, schilderde als een echte historicus de bewogen geschiedenis van een stad die sommigen als westers, maar de meesten als oosters typeren. Gesticht door keizer Constantijn, ontwikkelde de Romeinse stad aan de Bosporus zich tot een van de grootste steden ter wereld. Tijdens de val van Rome telde ze al meer dan 800.000 inwoners, allen dicht opeengepakt levend binnen de Romeinse vestingmuren. Daarna werd ze onder de voet gelopen door de Turken uit Centraal Azië, die het Ottomaanse rijk stichtten en de islam naar Istanbul brachten. Pas in de achttiende eeuw trad ze buiten haar omwalling en groeide ze door aan de overzijde van de Gouden Hoorn, in de buurt die bekend kwam te staan als Perá. Tot nog in de negentiende eeuw werd ze geteisterd door hevige branden, die de overwegend houten woningen gemakkelijk in vuur zetten. Het verval van het Ottomaanse rijk in de negentiende eeuw betekende opnieuw een kentering voor de stad. Een voorzichtig proces van modernisering zette in, met een eerste metroverbinding in 1871 en Duitse plannen voor stadsuitbreiding, maar in het tumult van de Eerste Wereldoorlog koos Turkije voor Duitsland, dus de verkeerde partij. Hard werd ze daarvoor gestraft door de Engelsen, Fransen en Russen. Istanbul dreigde in 1920 Russisch te worden. Atatürk voerde daarop een vrijheidsstrijd en moderniseerde het bevrijde Turkije met straffe hand. De hoofdstad verplaatste hij naar Ankara.
Wat in de twee uur college goed duidelijk werd, is dat Turkije de vernedering van 1918 nog steeds niet te boven lijkt en dat een terugverlangen naar het Ottomaanse rijk gemakkelijk weer de kop opsteekt. Ook de vijanden van weleer zijn opnieuw gevonden. Pas in de laatste tien minuten voerde Luiten president Erdogan ten tonele. Terwijl Istanbul explosief groeit naar een inwonertal van liefst 20 miljoen veelal arme mensen en de Turkse economie indrukwekkende groeicijfers vertoont, ontwikkelt de populaire leider van de AK Partij in een vreemde mengeling van neoliberale principes en islamitische grondwaarden zijn megalomane toekomstvisioen voor Groot-Istanbul, met de grootste luchthaven ter wereld, een tweede verbinding met de Zwarte Zee, een derde brug over de Bosporus en een metropolitane expansie naar het noorden en oosten. Voor zijn achterban van hoofdzakelijk ‘Zwarte Turken’ bouwt ontwikkelaar Toki, die in handen is van de zoon van de president, goedkope hoogbouwflats in de binnenrand van de snel groeiende metropool. De waterreservoirs in de uitgestrekte wouden ten noorden van de stad worden ondertussen door wilde verstedelijking bedreigd. Wat van dit alles te denken? Ik vermoed dat de studenten nu eerst even op adem moeten komen.
Geef een reactie