Gezien in Kriterion, Amsterdam, op 3 januari 2015:
De verschijning van de film ‘Mr. Turner’ van Mike Leigh valt samen met de tentoonstelling ‘Late Turner’ in Tate Britain, Londen. De film is schitterend, de tentoonstelling vermoedelijk ook. De film geeft een indringend beeld van de grote schilder van de Romantiek. Joseph Mallord William Turner (1775-1851) leefde en werkte in Londen. Maar hij was vooral veel op reis, hij ging naar Amsterdam om Rembrandt en Ruysdael te zien, Antwerpen (voor Rubens), Parijs (naar werken van zijn grote voorbeeld Claude Lorraine), Rome, Florence en Venetië. In Londen was hij opgenomen in de gemeenschap van kunstenaars binnen de dan juist opgerichte Royal Academy of Arts: hij ontmoette er John Ruskin, John Soane, John Nash, Joseph Constable en anderen. De Royal Academy bleek een broedplaats van talent, een plek van uitwisseling van ideeën, juist op het moment dat Napoleon verslagen wordt en het Britse imperium zijn almacht vestigt. Thuis, in Harley Street, later in Queen Ann Street West, had hij op de bovenverdieping bovendien een eigen galerie waar hij zijn schilderijen aan intimi tentoonstelde. Zijn verfpoeder, soms afkomstig uit Afghanistan, kocht zijn vader voor hem om de hoek.
De Engelse landschapsschilder, vooral bekend van zijn atmosferische zeezichten, zou je niet snel met de grote metropool associëren. Toch was Turner een kind van de vooruitgang en de industriële tijd en had hij grote interesse voor stoomtreinen, natuurkunde, fotografie, prisma, Beethoven, allemaal stedelijke innovaties. In zowel de film als de tentoonstelling wordt hier ook sterk de nadruk op gelegd. Boodschap: Turner was een vernieuwer, een ziener en een voorloper. Zijn schilderijen werden op het einde van zijn leven ook steeds lichter, helderder. Van ‘rain, steam and speed’ gaat het naar ‘glas, licht, abstractie’. Helemaal op het eind van de film, tevens het eind van zijn leven, keert de schilder uitgeput terug van een wandeling door de grote stad. Hij was, vertelde hij, opnieuw in Hyde Park geweest. Wat hij er precies had gezien, wordt niet geheel duidelijk, maar het was iets groots van staal en glas dat daar werd gebouwd. Het moet Christal Palace van Joseph Paxton zijn geweest, het reusachtige gebouw van glas en staal dat in 1851 ‘s werelds eerste Wereldtentoonstelling zou huisvesten. Het wond hem danig op. De opening ervan heeft de schilder niet meer meegemaakt. Op zijn sterfbed waren zijn laatste woorden: ‘The Sun is God’.
Geef een reactie