Gelezen in The Invention of Solitude (1982) van Paul Auster:
Dit stukje is opgedragen aan Mirjana Milanovic, stedenbouwkundige. Vanavond spreekt ze in De Balie, Amsterdam. Onderwerp: de ideale stad. Net als voor mij is haar favoriete auteur Paul Auster. Zijn debuutroman, The Invention of Solitude, is inderdaad een schitterend werk dat gaat over vaderschap. In het eerste deel, ‘Portrait of an Invisible Man’, beschrijft Auster zijn vader, in het tweede deel, ‘The Book of Memory’ wijdt hij uit over zijn zoon en diens verhouding tot hem, de vader. New York, Parijs en Amsterdam spelen in deze autobiografische roman een betekenisvolle rol. Vooral Amsterdam. Althans, in ‘The Book of Memory’ voert hij Amsterdam veelbetekenend op. Het begint met een bezoek aan het achterhuis van Anne Frank op een regenachtige zondagmorgen. Daar, in het achterhuis, moest hij – ‘A’, de hoofdpersoon – zowaar huilen, bij het zien van de verschoten Hollywood-fotootjes die Anne had gespaard. Toen besloot hij zijn boek te schrijven. “As in the phrase: ‘she wrote her diary in this room’.”
Drie dagen bleef hij in Amsterdam. Hij verdwaalde er. Dat lag niet aan hem, maar aan de stad. “The plan of the city is circular (a series of concentric circles, bisected by canals, a cross-hatch of hundreds of tiny bridges, each one connectin to another, and then another, as though endlessly), and you cannot simply ‘follow’ a street as you can in other cities. To get somewhere you have to know in advance where you are going.” Drie dagen lang liep hij in cirkels rond. “He wandered. He walked around in circles. He allowed himself to be lost.” Was hij in de hel beland? Was Amsterdam de afspiegeling van de onderwereld? Hoe langer hij liep, hoe meer hij besefte dat hij dichter bij zijn innerlijk kwam. Het vervulde hem zelfs met geluk. “As if on the brink of some previously hidden knowledge, he breathed it into his very bones and said to himself, almost triumphantly: I am lost.” De ideale stad, hij lijkt op de hel.
Geef een reactie