Gelezen in NRC Handelsblad van 24 oktober 2009:
P.F.Thomése is gestuit op Sartre. Op de middelbare school had hij ‘Le Mur’ (1962) gelezen. Nu las hij de bundel novellen opnieuw, met andere ogen. ‘Erostrate’, de derde novelle, werpt wat hem betreft "een verrassend licht op de tegenwoordige politieke verwarring" en kan als een metafoor worden opgevat "van de verhouding tussen de droom van de dictatuur, waar de wil wet mag zijn, en de weerbarstige praktijk van de democratie." Het verhaal gaat over een jongeman, Paul Hilbert genaamd, die van zes hoog uit zijn appartement op straat kijkt en de mensen daar beneden beziet en zich voorneemt er een willekeurig paar neer te knallen. Hij koopt een pistool, daalt de trappen af en doet het uiteindelijk nog ook.
Het probleem dat Sartre beschrijft, aldus Thomése, is een communicatieprobleem. "Als Paul Hilbert niets over wilde brengen, was er niets aan de hand geweest. Dan was hij bolhoeden blijven bekijken die van bovenaf plat bleken te zijn. Maar hij wilde iets van zich laten horen, hij wilde de mensen iets laten weten." Evenzo, stelt Thomése, is er op dit moment sprake van een communicatieprobleem. "Er zijn te veel sprekers, te veel schrijvers, te veel bellers, sms-ers, chatters, twitteraars, allemaal kleine dictators, en allemaal willen ze laten weten – wat eigenlijk?" En het erge is: niemand luistert. Thomése noemt dit het probleem van de democratie. "Democratie is een illusie dat je anderen iets kunt opleggen, de realiteit is echter dat anderen jóu iets opleggen. Democratie is dan ook het ideale stelsel om ervoor te zorgen dat niemand iets te vertellen heeft. De eerlijke verdeling van onmondigheid en het ongenoegen hierover. De perfecte anti-dictatuur." Zo komt hij tot zijn vernietigende typering van de actuele toestand in ons vaderland: "Zestien miljoen killers in een koninkrijk van niks." Sartre zou trots op hem zijn.
Geef een reactie