Gelezen in Het Parool van 14 oktober 2008:
Paul Krugman heeft de Nobelprijs voor economie 2008 gewonnen!
Een gat in de lucht sprong ik toen ik het nieuws ‘s avonds hoorde. Een zeer terechte keuze. Fascinerend alleen om te zien hoe dit bijzondere nieuws door de media vervolgens wordt gekoppeld aan enerzijds de kredietcrisis (zeg maar, de waan van de dag), anderzijds de kritische columns van Krugman tegen het Bush-bewind in de New York Times van de afgelopen jaren, overigens mooi na te lezen in The Great Unraveling, 2004 (alweer: de waan van de dag). De werkelijke betekenis van het werk van Krugman ligt volgens mij heel ergens anders. Zijn analyses van globalisering en de grootstedelijke economie zijn veel fundamenteler en belangrijker dan zijn fulmineren tegen de Bush-administratie. Die analyses zijn mooi na te lezen in eenvoudig Nederlands, in voor leken toegankelijke taal. Ze werden namelijk ooit gebundeld en van een helder voorwoord van Rick van der Ploeg voorzien in: ‘De borreltafeleconomie. Drogredenen over globalisering’ (1996). Het allermooiste opstel is daarin het laatste, getiteld ‘De lokalisering van de wereldeconomie’. Hierin vergelijkt hij de economieën van Los Angeles en Chicago met elkaar. Waarin bijvoorbeeld deze treffende passage: "Hoewel we tegenwoordig de mond vol hebben van globalisering, van een wereld die klein geworden is, zie je als je naar de economieën van moderne steden kijkt, juist een proces van lokalisering: een gestaag toenemend deel van de beroepsbevolking produceert diensten die alleen binnen het stedelijk gebied worden verkocht." Kortom, de economie groeit in de steden, puur lokaal, en hele grote steden zijn economisch bijna zelfvoorzienend. Je zou ze zo kunnen optillen en duizend kilometer verplaatsen – ze functioneren gewoon door. Een constatering die Jane Jacobs in de jaren zestig ook al deed.
Zouden journalisten ooit de moeite nemen dit soort belangwekkende constateringen tot zich te nemen? Ik moet het nog zien. We wachten af.
Geef een reactie