Gelezen in The Telegraph van 15 juni 2018:
Bron: Tales and Tours
Het toerisme naar Mexico is hoofdzakelijk op Yucatan gericht: de zuidelijke provincie met stranden en de unieke Mayatempels, veel minder op het noordelijker gelegen Mexico City. Terwijl die eerste groeicijfers van 9 procent haalt, lijkt de laatste te stagneren. Hoewel. De megastad in het hart van het land, hoewel tegenwoordig veel minder vervuild en gevaarlijk, heeft misschien nog steeds een bedenkelijke reputatie, maar bij mijn recente bezoek viel me op dat er hier van een ware ommekeer sprake is. De wijken Roma en Condesa vallen ineens op door talrijke groepjes toeristen die door de lommerrijke straten rondtrekken. Zelfs het centrum lijkt opgeknapt. Het meest zichtbaar is ontluikend internationaal toerisme in de zuidelijke wijk Coyoacán. Daar, op ruim een half uur autorijden van het stadscentrum, staat Casa Azul: een opvallend blauw geschilderd woonhuis in een dorpsachtige straat. Elke dag stroomt de straat hier vol met geduldig wachtende mensen die allemaal dezelfde woning willen bezoeken. Op deze plek is de Mexicaanse schilderes Frida Kahlo in 1907 geboren. Later, na de dood van haar vader, trok ze samen met de al even beroemde Mexicaanse schilder Diego Rivera in het eenvoudige pand. De kunstenaarsechtpaar bood hun huis zelfs korte tijd aan aan de Russische marxist Leon Trotsky, toen deze met zijn vrouw naar Mexico vluchtte. In het blauwe huis stierf de schilderes, 47 jaar jong, aan de verwondingen die ze in haar jeugd had opgelopen bij een busongeluk in een van de straten. Dat was in 1954.
Rivera is een Mexicaanse held, maar Kahlo lijkt nu nog veel beroemder te worden. Dat gebeurde vooral na het verschijnen van de film ‘Frida’ in 2002, gemaakt door de Amerikaanse regisseur Julie Taymor. De film is gebaseerd op de biografie over Kahlo uit 1983 en schetst een kort, ongelukkig en opwindend liefdesleven van twee sterke persoonlijkheden (Kahlo: “There have been two great accidents in my life. One was the trolley, and the other was Diego. Diego was by far the worst”). Vooral sinds ‘Frida’ ook op Netflix te zien is, is toerisme naar Mexico City massatoerisme geworden. Elke maand bezoeken 25.000 jonge mensen de woning, die niet groter is dan 800 vierkante meter, dat is circa 300.000 toeristen per jaar. Op zichzelf lijkt dat niet veel. Maar een flink aantal nieuwe musea in de metropool is inmiddels met Kahlo’s naam in verband gebracht en in 2014 merkte de BBC op dat de merchandising van het merk ‘Kahlo’ in de miljarden moet belopen. Overal in de stad liggen T-shirts, boeken, schotels, prints en zelfs luciferdoosjes met afbeeldingen van Kahlo of van een van haar schilderijen. Afgelopen zomer opende er een tentoonstelling over haar in het V&A in Londen. Die betrof de opvallende kleurrijke kleren die ze in haar korte leven heeft gedragen en vertelde over de herkomst en betekenis ervan. De tentoonstelling was een blockbuster. Het liefdesleven van Kahlo, maar vooral het verhaal over haar lijden, jaagt sindsdien het internationale toerisme naar Mexico City op. In 2016 ging het om 2 miljoen internationale toeristen, in 2025 verwacht de stad zeker 50 procent meer gasten te ontvangen. Een soort van Anna Frankhuis dus. De prognose werd overigens gemaakt kort voordat de film ‘Roma’ van de Mexicaanse regisseur Alfonso Cuarón de filmhuizen veroverde. Ook op Netflix is deze te zien. Daarom verwacht ik de komende jaren nog beduidend méér toeristen.
Geef een reactie