Schraalhans keukenmeester

Gelezen in NRC Handelsblad van 11 december 2010:

Lisa Jardine is hoogleraar ‘renaissance studies’ aan de Universiteit van Londen. Afgelopen week sprak ze de Huizingalezing in de Pieterskerk te Leiden. Haar onderwerp was ‘Homo ludens’ en de grote  invloed die dit boek van Huizinga uit 1938 heeft gehad op de Angelsaxische cultuurgeschiedenis. Zelf las ik het boek pas onlangs, nadat Peter Sloterdijk bij de opening van de Vrijstaat eind september 2009 een lofzang op ‘’Homo ludens’ had gezongen. Ik was onder de indruk. Het eerste hoofdkenmerk van het spel, aldus Huizinga, is dat het vrij is, het is vrijheid. Daarmee past het in het beeld van een moderne planologie die in tijden van overvloed de vrijheidsgraden verruimt en improvisatie toelaat. Ook ruimtelijke ordening moet vrij zijn, een spel zijn. Staat het daarmee buiten het gewone leven? Huizinga: “Het versiert het leven en vult het aan, en het is als zoodanig onmisbaar. (…) Het bevredigt idealen van uitdrukking en samenleving. Het heeft zijn plaats in een hoogere sfeer dan de strikt biologische van het proces voeding-paring-beschutting.” Wie echter nog altijd verlegenheid voelt met luxe en vrijheid, schrijft Sloterdijk in aansluiting daarop, wijst haar af. Sloterdijk: “Wie vasthoudt aan de voorrang van de nood moet de nieuwe welvaart ofwel als een vorm van vervreemding uitleggen, ofwel, zoals Heidegger, de mensen bestempelen als slachtoffers van een nieuwe, bijzonder verraderlijke vorm van nood, de ‘nood van de nodeloosheid’ die vooral in de grote steden woedt.”

Jardine plaatst het boek van Huizinga in zijn historische context. “Toen Huizinga dit schreef, was het nationaal-socialisme in opkomst, en over Europa werd een lange schaduw van ‘spelbrekers’ geworpen. Volgens Huizinga maakten absolutistische regimes starre, onbuigzame regels die gemeenschappen gedwongen waren te onderschrijven, terwijl deze regimes tegelijk (door improvisatie, individualisme en spel te onderdrukken) spelbreker waren van de zeer vruchtbare, het leven beamende spelen van anderen.” Het beeld is ook nu maar al te herkenbaar. Overal zie je door managers onbuigzame regels streng gehandhaafd worden. Die regels, ze doden het spel. Huizinga’s meesterwerk is een regelrechte aanklacht tegen de managers, tegen de cijferaars, de boekhouders en de technocraten, die de bureaucratie tot ‘red tape’ maken om hun rekenkundige materiële ‘targets’ te halen. McKinsey and Company doodt het spel, het enige wat zij eist is efficiency. Is het toeval dat in dezelfde krant als waarin Jardines Huizingalezing stond afgedrukt  Johan Schaberg zijn teleurstelling uit over het feit dat de Academia Vitae ter ziele is? “Het was het initiatief van de Rotterdamse economiehoogleraar Arjo Klamer, die na terugkomst van een aantal jaren doceren in de Verenigde Staten vaststelde hoe de denkers en de ideeën die onze cultuur hebben gevormd, vreemdelingen zijn geworden in ons bestaan. Zij komen er niet meer aan te pas, ook niet bij leidinggevenden in het bedrijfsleven en het openbaar bestuur, om onze uitgangspunten en vooronderstellingen te toetsen.” Deze omissie, aldus Schaberg, leidt tot een schraal bestaan. Het is, inderdaad, schraalhans keukenmeester.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *