Gelezen in Who’s your City? (2008) van Richard Florida:
Uit Canada meegebracht door Ton Schaap: het nieuwste boek van econoom Florida. Het betreft een variatie op een inmiddels door deze auteur beproefd thema, de creatieve economie. Florida heeft het ditmaal vooral over plekken in de wereld die er toe doen en die aantrekkingskracht uitoefenen op getalenteerde mensen. Opnieuw is hij schatplichting aan Jane Jacobs, die hij ook vele malen citeert. Hij heeft het over de ‘means migration’, die ertoe leidt dat in bepaalde metropolitane gebieden de hogere inkomens significant stijgen. Er ontstaat een scheiding tussen succesvolle ‘means metros’ vol creatieve mensen, en gewone ‘metro’s’ waar de onderkant van de diensteneconomie zich samentrekt. Deze laatste steden richten zich veelal op onderwijs en gezondheidszorg, wat veel minder uitstralende effecten heeft dan creatieve dienstverlening. Wat schuilt achter deze ontwikkeling? Getalenteerde mensen móeten eenvoudigweg in ‘means metros’ wonen, stelt Florida. Voor hen is er weinig keus. Je verdient er veel meer dan in gewone metros. "In addition to the benefits of living near smart people and their creative ideas, the means metros have a larger and simpler advantage over other regions: a head start." Meestal begint het in dergelijke grootstedelijke gebieden met uitstekend hoger onderwijs, waarna alles beter en sneller gaat voor zulke getalenteerde mensen. "It is the multiplier effect of the clustering force at work." En dus, concludeert hij: "What matters most today isn’t where most people settle, but where the greatest number of most skilled people locate."
Als je deze informatie nu eens toepaste op Nederland, waar kwam je dan op uit? Welke grootstedelijke gebieden ontwikkelen zich tot ‘means metros’ en welke niet?
Uit Canada meegebracht door Ton Schaap: het nieuwste boek van econoom Florida. Het betreft een variatie op een inmiddels door deze auteur beproefd thema, de creatieve economie. Florida heeft het ditmaal vooral over plekken in de wereld die er toe doen en die aantrekkingskracht uitoefenen op getalenteerde mensen. Opnieuw is hij schatplichting aan Jane Jacobs, die hij ook vele malen citeert. Hij heeft het over de ‘means migration’, die ertoe leidt dat in bepaalde metropolitane gebieden de hogere inkomens significant stijgen. Er ontstaat een scheiding tussen succesvolle ‘means metros’ vol creatieve mensen, en gewone ‘metro’s’ waar de onderkant van de diensteneconomie zich samentrekt. Deze laatste steden richten zich veelal op onderwijs en gezondheidszorg, wat veel minder uitstralende effecten heeft dan creatieve dienstverlening. Wat schuilt achter deze ontwikkeling? Getalenteerde mensen móeten eenvoudigweg in ‘means metros’ wonen, stelt Florida. Voor hen is er weinig keus. Je verdient er veel meer dan in gewone metros. "In addition to the benefits of living near smart people and their creative ideas, the means metros have a larger and simpler advantage over other regions: a head start." Meestal begint het in dergelijke grootstedelijke gebieden met uitstekend hoger onderwijs, waarna alles beter en sneller gaat voor zulke getalenteerde mensen. "It is the multiplier effect of the clustering force at work." En dus, concludeert hij: "What matters most today isn’t where most people settle, but where the greatest number of most skilled people locate."
Als je deze informatie nu eens toepaste op Nederland, waar kwam je dan op uit? Welke grootstedelijke gebieden ontwikkelen zich tot ‘means metros’ en welke niet?
Geef een reactie