Gezien in Castrum Peregrini in Amsterdam op 22 september 2013:
Afgelopen zondag deelgenomen aan slotsymposium over ‘Tussen-ruimte’ in Castrum Peregrini aan de Herengracht, Amsterdam. Tussen-ruimte was een project van Yarrik Ouburg in de Amsterdamse grachtengordel. Met dit project wilde deze architect een discussie aanzwengelen over het Unesco-monument: is er met al die beschermingsmaatregelen nog wel ruimte voor het ongeplande experiment? Ouburg had in de planmatig uitgelegde stad van 400 jaar geleden toch nog meer dan vijftig stegen ontdekt die daar volgens de plannenmakers eigenlijk helemaal niet hadden mogen komen. Noem het planningsfouten van destijds. Sloppen en stegen werden bij de aanleg van de Amsterdamse grachtengordel als een teken gezien van armoede, gebrekkige hygiëne en ondoordachte planning. Voor Ouburg zijn de stegen juist spannende tussenruimten in een veel te planmatig aangelegde stad. Kunstenaars waren door hem gevraagd om voor verschillende stegen kunstwerken te maken. Zelf had hij een smalle steeg ingericht tussen de panden Herengracht 127 en 129. In Castrum Peregrini aan de Herengracht kon men het geheel bewonderen in een fraaie, bescheiden tentoonstelling.
Wat me het meeste trof waren niet die stegen, maar de werkwijze die Ouburg had gevolgd. Via de zoektocht naar de tussenruimten in de geplande stad was deze jonge architect in gesprek geraakt met de bewoners van de grachtengordel. Die hadden zich door zijn inventarisatie gerealiseerd dat hun steeg of slop een bijzondere ruimte is, die op vele manieren kan worden gebruikt. Deuren en hekken gingen open, een gesprek ontstond over de buurt, kunstenaars werden in de restruimten toegelaten, evenementen mochten worden georganiseerd. In plaats van een gemeentelijk stegenplan was hier een kunstenaar aan het werk die aan de betekenisgeving van stegen en sloppen bijdroeg, een boeiend verhaal vertelde, historisch onderzoek deed, de bewoners activeerde, initiatieven uitlokte, mensen op inspirerende wijze samenbracht en gesprekken over de toekomst van de buurt faciliteerde. Na zes weken programmeren en openstellen – een programma met bijna geen budget – is nu de vraag hoe dit inspirerende proces verder gebracht kan worden. Ook dat ligt helemaal open. Wat een fraai prototype van een nieuwe, open planologische werkwijze! Zou een gemeente voortaan niet net zo kunnen werken?
Geef een reactie